Een paar edele trekken uit de tijden van het Fransche schrikbewind.
(Mon Témoignage sur la détention de louis XVI. par ch. goret, ancien Membre de la Commune du 10 Août 1792: Paris, 1825.)
Vastheid van geest van daujon.
Op een' der gruweldagen der slagting kwam men den Raad berigten, dat de Prinses de lamballe een der slagtoffers was geworden, en dat de moordenaars zich naar den Tempel hadden begeven, met het hoofd der Prinses op eene piek. De Raad beefde, en zweeg. Een der leden, daujon, beeldhouwer van beroep, bevond zich in den Tempel. Hij zag den losgelaten' troep tijgers naderen, en ging hen te gemoet. Hij konde hen niet beletten door te dringen tot dat gedeelte des gebouws, dat aan den Toren was verbonden, waarin de Koning met zijne Familie was opgesloten, welks ongetraliede vensters slechts 15 à 16 voet boven den grond waren. De razende hoop braakte vervloekingen uit, en stond op het punt van daar binnen te stuiven. Daujon, bekleed met zijne sjerp, klom oogenblikkelijk op een' hoop steenen, onder het venster liggende, begon tot de menigte te spreken, en deed zulks op eene wijze, die haar in bedwang hield; want hij bezat eene forsche stem en een' ontzagwekkenden blik. ‘Wat wilt gij?’ riep hij: ‘Zoekt gij den Tiran? Hij is daar wèl bewaard: wie twijfelt daaraan? Gij zoudt het grootste misdrijf begaan, zoo gij eenen aanslag deedt op zijn' persoon. Hij behoort niet aan ons; hij behoort aan de Wet, die het u niet geoorloofd is te verkrachten. Verwijdert u; want gij zoudt, eer gij de Wet verkracht, u eenen weg over het ligchaam van uwen Magistraat moeten banen.’ Deze woorden, uitgesproken op den toon van eenen man, die vast besloten heeft om den storm het hoofd te bieden, maakten indruk op de moordenaars, en deden hen besluiten om af te trekken. Daujon volgde hen tot aan de buitenpoort des Tempels; en, zoodra zij daar buiten waren, en zich intusschen van een driekleurig lint voorzien hebbende, dat, gelijk men weet, toen eene soort van tooverkracht op het volk oefende, hield hij hetzelve dwars voor de poort
des Tempels uit, welke hij open liet,