Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832
(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijKunst, om, met dobbelsteenen, gedichten te vervaardigen.
| |
[pagina 515]
| |
tot zes werpen, en er zijn dus slechts zes werpgetallen mogelijk. Dewijl men nu achttien maal te werpen heeft, staan bij elk werpgetal, omdat elk derzelven in elken mogelijken worp vallen kan, achttien getallen, en elk derzelven wijst op de tweede tabel een vers aan. Deze tweede tabel behelst dus zes maal achttien of 108 versregels, het zij van ernstigen, het zij van schertsenden inhoud. Deze vinding is zinrijk en kunstig tevens, dewijl de achttien worpen op eene schier tot in het oneindige verschillende wijze kunnen uitvallen, en evenwel 108 regels toereikend zijn, om, bij elke mogelijke verscheidenheid van worpen, steeds een volkomen gedicht op te leveren.Ga naar voetnoot(*) |
|