Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832
(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijIjzeren spoorweg tusschen Liverpool en Manchester.Een ijzeren spoorweg is een weg, uit ééne of meer reeksen van sporen zamengesteld, op welke de rijtuigen of vrachtwagens van verschillende soorten zich bewegen. De raderen dezer rijtuigen zijn aan derzelver omtrek voorzien van een' rand, welke ze belet om buiten het spoor te geraken; zij bewegen zich op twee evenwijdige ijzeren staven, welke op eenen afstand van 5 Eng. voeten van elkander liggen. Deze staven hebben de dikte van 2 à 3 Eng. duimen, en rusten op dragers van steen of hout, op 3 voeten van elkander geplaatst, welke iedere spoorlijn op eene hoogte van 2 duimen boven den grond verheven houden. De weg tusschen Liverpool en Manchester is 30 à 31 Eng. mijlen (omtrent 8 Holl.) lang; hij is zamengesteld uit twee wegen, waarvan de eene dient voor de rijtuigen van Liverpool naar Manchester, en de andere voor die, welke in eene tegengestelde rigting loopen. De weg heeft aan de ondernemers gekost 820,000 pond sterl., en de uitgaven en ontvangsten zijn in de eerste zes maanden van 1831 geweest: | |||||||
[pagina 304]
| |||||||
Men weet, dat de rijtuigen op den ijzeren weg getrokken worden door stoomwagens. De diligences leggen gewoonlijk den afstand tusschen Liverpool en Manchester af in 1½ uur, of op zijn hoogst in 2 uren, en dit zou nog versneld kunnen worden. 30 à 31 Eng. mijlen in 1½ uur; dat is, nagenoeg 20 mijlen per uur! Deze snelheid doet echter niets onaangenaams aan de reizigers gevoelen.Ga naar voetnoot(*) Het getal reizigers is gedurende het eerste halfjaar van 1831 geweest 188,726 personen. Er zijn in denzelfden tijd 1948 transporten van goederen gedaan, welke ongeveer 41,000 tonnenGa naar voetnoot(†) gewogen hebben. Men staat bij de eerste beschouwing verwonderd over de groote onevenredigheid tusschen de opbrengst der reizigers en van de koopgoederen, dewijl de ondernemers bij den aanvang zich juist veel moeite hadden gegeven, | |||||||
[pagina 305]
| |||||||
om het voordeel der transporten van goederen meer in het oog te doen vallen. Dit wordt verklaard door deze redenen: 1o. Heeft men veel moeite gehad, om eene genoegzame hoeveelheid stoomwagens te verkrijgen, die alle gevorderde vereischten in zich vereenigden. Men moet zich herinneren, dat deze weg niet vóór het einde van 1830 is geopend, en dat men er gebruik maakt van stoomwerktuigen van eene geheel nieuwe en verbeterde zamenstelling. 2o. Hebben de kanalen den prijs der transporten aanzienlijk doen verminderen, waardoor deze nog een groot deel van derzelver gewone transporten behouden hebben. Men berekende eertijds den gemiddelden prijs van het transport door de kanalen op 15 Eng. schellingen per ton; dit is tegenwoordig niet meer dan 10 schellingen, en dus ⅓ verminderd. 3o. De kanalen, die als 't ware eene monopolie bezaten, zijn door deze mededinging genoodzaakt geworden, om, behalve de vermindering van prijzen, gemakken van verschillenden aard daar te stellen, die te voren ontbraken; zoodat dit middel van transport gemakkelijker en tevens minder kostbaar werd. De hoeveelheid goederen, die dagelijks tusschen Liverpool en Manchester in beweging zijn, wordt geschat op 1200 à 1300 tonnen, waarvan ¾ gedeelte naar Manchester en ¼ naar Liverpool gaan. De ijzeren weg is eene zeer schadelijke mededinging geweest voor de kanalen; maar dezelve heeft aan de gewone transporten per as nog veel meer nadeel toegebragt. Ook verzekert men, dat alle gewone diligences aldaar hebben opgehouden te rijden. Iedere plaats binnen in een der rijtuigen op den ijzeren weg kost 5 schellingen, terwijl op den gewonen weg de prijs was 12 à 14 schellingen. In een vroeger tijdvakGa naar voetnoot(*) hebben de ondernemers der | |||||||
[pagina 306]
| |||||||
kanalen een' sterken tegenstand te overwinnen gehad tegen die genen, welke nadeel hadden bij de daarstelling dier kanalen. De ondernemers wonnen hun proces, en om dezelfde redenen moesten hunne opvolgers het tegenwoordig verliezen, toen zij zich tegen een verbeterd middel van transport (den ijzeren weg) meenden te verzetten. Alles, wat de gemeenschap gemakkelijk maakt en verkort, alles, wat ze onkostbaarder maakt, begunstigt de nijverheid en vermeerdert den nationalen rijkdom. Men kan een' nieuwen weg, een nieuw middel van transport, een nieuw kanaal vergelijken met een nieuwuitgevonden werktuig, waardoor de gebruiker goedkooper dan bevorens zekere voortbrengselen der nijverheid verkrijgt; hij kan zich dan van dezelfde zaken met minder kosten voorzien. Het geld, dat hij daardoor bespaart, maakt hem het aankoopen van andere voorwerpen gemakkelijk, welke hij te voren genoodzaakt was te ontberen. Deze nieuwe behoefte brengt nieuwe werkzaamheden voort, en bevordert derhalve ook weder den arbeid. Men kan niet ontkennen, dat de voortgaande verbeteringen door allerlei werktuigen voor bijzondere personen nadeelig zijn; doch de vermeerdering, die door dezelve aan de jaarlijksche opbrengsten worden toegebragt, doen ook de fondsen aangroeijen, welke dienen om het werk gaande te houden. Zoo heeft eens der handen werk voor de spade en kar moeten plaats maken; zoo is ook eens der menschen arbeid door trek- en lastdieren begonnen verrigt te worden: toen reeds was men immers op den weg der verbeteringen. Wij volgen dit slechts, door de kanalen te stellen in plaats van transporten per as, en de kanalen op hunne beurt weder plaats te doen maken voor de ijzeren wegen met hunne stoomwagens. |
|