Wijze: Te bien aimer, o ma chère Zélie!
‘Hoe zalig hij, die in uw' arm mogt rusten!
o Zarina! 'k bemin u, en ben vorst.’
En doodsche schrik beving des meisjes borst:
‘Nelusko! Zarina moge u vereeren;
Voor Zephaldi ontgloeit alleen haar borst.’
En met een oog, dat toorn en spijt verteren,
Spràk hij nog eens: ‘'k Bemin u, en ben vorst.’
Toen vloog een lach zijn woeste lippen over:
‘o Zarina! bij avondzonneschijn
Verwacht ik straks u onder 's boschjes loover.’
En Zarina hernam: ‘Ik zal er zijn.’
Hij ging. De maagd van Madanimaas kusten
Zet onder een manchenillier zich neêr;
Zij sluim'ren in, wie in zijn schaduw rusten,
En nimmer rijst het zonnelicht hun weêr.
En, 't kwijnend oog op 't ruim der zee geslagen,
Vangt Zarina, met bleekbestorven wang,
Op zachten toon, in d'ochtend van haar dagen,
Dit klaaglied aan, heiaas! haar jongst gezang:
| |
‘Nelusko! kom; de starren zijn verrezen,
't Gebladert' beeft, de wind beroert de zee;
Uw liefdenacht zal koud en aak'lig wezen,
En mijne rust vol zaligheid en vrêe!
Van zoet genot voel ik mijn' boezem jagen.
o Geest der lucht! wiens licht mijne oogen boeit,
Komt gij alreeds mij op wieken dragen
Naar 't zalig oord, waar eeuw'ge lente bloeit?
'k Mogt u den kus der zuiv're min bewaren,
Mijn Zephaldi! Kom, stort u aan mijn borst,
Waar ons Nelusko nimmer schrik zal baren,
Niet zeggen zal: 'k Bemin u, en ben vorst!’
Zij zingt niet meer, - hare oogen zijn geloken,
Haar boezem hijgt, haar laatste krachten vliên, -
Maar fluistert nog: ‘Ik heb mijn boei verbroken;
'k Zal, Zephaldi, u in mijn sluim'ring zien!’
e.j. potgieter.
Naar het Fransch van millevoye. |
-
voetnoot(*)
- De. Manchenillier is een boom, die op de meeste Antilles aan den zeekant groeit. De Indianen doopen de pijlen, die zij willen vergiftigen, in het melkachtige vocht, dat bij het snijden in den stam uit denzelvenloopt. Wie het waagt, onder zijne schaduw te rusten, wordt weldra gewaar, dat zijne oogen ontsteken, zijn ligchaam opzwelt, en de dood hem genaakt.
-
voetnoot(†)
-
Madanima is de naam, door de bewoners van Martinique aan hun eiland gegeven.
|