Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Nederland. Waar, waar ook, in 't verblinde Euroop, De volken oproer stichten, En met een woeste vrijheidstoorts Dat werelddeel verlichten; Waar ook een helsche tuimelgeest Uit d' afgrond op komt dagen, Die orde, wet en regt vertreedt, En kneust met felle slagen; Waar ergens - niet in Nederland, Schoon klein, van elk verlaten; Daar praalt de wijsheid van den Vorst, De trouw der onderzaten. [pagina 42] [p. 42] Hun heldenmoed, hun dapperheid Verwon de magt der Belgen, En kroonde met onwelkbare eer Des Konings ed'le Telgen. Hunne eendragt, deugd, hun Godsdienstmin Bekrachtigt 's Vorsten pogen, En schraagt den wakk'ren heldenarm, Die Neêrland zal verhoogen. En, hoe het eind der worst'ling zij, Of lijden of verblijden, Zijn grootheid schittert in 't bestuur, Als onze moed in 't strijden. Ja, Eerste Willem, ed'le Vorst! U blijven wij vereeren, En, wat op aard' bezwijken moog', U trouw en liefde zweren. Al faalt het heiligste verbond, Door Vorsten eens bezworen, De God der Vad'ren, Neêrlands God, Is niet voor ons verloren. Zijn arm bragt heil en redding aan, Bij Zeelands vruchtb're beemden, Bewoog door storm het pekelveld, Voor 't sidd'rend oog der vreemden. De Britsche vloot, door schrik vermand, Ontwijkt de vrije stranden, En brengt de maar aan Albion: ‘God strijdt met deze landen.’ Verneem die maar, o trotsche Brit! Zij dreune u luid in de ooren, En doe tot aan uw verste ree Den schellen nagalm hooren. En weet, dat onzer Vad'ren leus Ook de onze steeds zal wezen: ‘Met God voor 't regt ten kamp te gaan, En dan geen magt te vreezen.’ [pagina 43] [p. 43] Naakt ooit uw wreede Luipaard weêr, Wij snellen naar de stranden, En sterven daar den heldendood, Of leven vrij van banden. Woerden, 30 Nov. 1831. h. knijff, az. Vorige Volgende