Thee-inzameling door apen.
(Uit de Javasche Courant, 1830. No. 119.)
De Chinezen hebben apen afgerigt, om de thee van die gedeelten in te zamelen, welke de mensch niet dan met lijfsgevaar kan bereiken. Zij doen hen in de theeboomen klauteren, de tusschen de takken zich bevindende bladeren afplukken en den daaronder staanden toewerpen. Tot dat einde beklimt de aap de heen en weder slingerende takken, welke men hem aanwijst, en plukt de bladeren. Men spoort hem tot dien arbeid aan, door hem van tijd tot tijd een lekker beetje toe te reiken. Nog vernuftiger is een ander middel.
De Chinees drijft eenen, in het woeste gebergte huizenden, troep apen in theerijke oorden, en vangt alsdan aan, hen te te plagen en te vervolgen. Dus gekweld, breken zij de dunste takken af, en werpen er den hen vervolgenden vijand mede, die het werptuig lagchend verzamelt.