rondom de wereld vergezelde. Het insekt, merkwaardig wegens zijne schoonheid en ongewone bewerktuiging, is reeds meermalen afgeteekend, beschreven en benoemd geworden door onderscheiden Schrijvers. Dezelve verschillen niet alleen ten opzigte van de namen, die zij er aan geven, maar ook ten aanzien van den aard en de bijzondere hoedanigheden, die zij er aan toekennen. Volgens eenigen is het een polyp, volgens anderen een mollusk of zeeworm; nog anderen houden het voor een plantdier. De natuurkundigen, die linnaeus volgen, hebben het den naam van physilis gegeven. Onder alle de wonderbare werken der natuur - onder die menigte van schepselen, wier maaksel, hoe verschillend ook, altijd berekend is voor de plaats, welke zij in de groote schakel der bewerktuigde wezens vervullen, mag men buiten twijfel dit diertje voor een der merkwaardigste verschijnselen houden. Een worm, ter lengte van één tot negen duim, en die slechts onder zekere breedten wordt gevonden, heeft, zoo het schijnt, al de wetenschap en al de kundigheden van een' ervaren zeeman, en is tevens zelf, als 't ware, een schip in het klein. Zijne bewegingen veranderen met de winden. Hij rigt zijnen staart op of laat denzelven neder, welke te dien einde voorzien is met sterke spieren. Wanneer hij zich opgevuld heeft met lucht, is hij zoo ligt, dat hij drijft op alcohol; en daarbij heeft hij zoodanig maaksel, dat hij in zichzelven behoorlijken zwaartelast kan vinden, als het noodig is. Wanneer dus hevige winden zijn leven in gevaar zouden brengen, laat hij zich naar den bodem der zee zakken en vertoont zich niet meer boven op het water. Van het benedenste gedeelte zijns ligchaams hangen zekere buizen af, die zich tot op eenen afstand van twintig voet uitstrekken, en die zoo veerkrachtig en zoo fijn zijn, dat ze zich tot een spiraal draaijen en eene soort van schroef vormen,
dienende te gelijker tijd tot anker, tot wapenen van verdediging en aanval, tot luchtbuizen, en tot gevoelwerktuigen. Het diertje zelf heeft de kleuren van den regenboog. De