Wel is waar, Beëlzebul, of wie dan ook de koopman in schaduwen moge zijn, wil naderhand wel weder met Schlemihl in schikkingen treden. Deze kan zijne schaduw wederom inruilen, onder voorwaarde, dat hij aan den kooper, bij uitersten wil, zijne ziel bespreekt, na hare natuurlijke scheiding van het ligchaam. Maar de ziel voor eene schaduw! Die koop komt den armen man toch wat te duur voor, en hij besluit, liever dan denzelven aan te gaan, maar zonder schaduw door de wereld te sukkelen. Hij werpt zelfs, bij de ondervinding, dat het goud alleen hem niet gelukkig kan maken, zijne onuitputtelijke goudbeurs weg, geraakt eindelijk bij toeval in het bezit der laarzen van zeven mijlen, en verzet nu zijn verdriet, wegens het gemis van zijne schaduw, met het doorloopen van de aarde. Het laatste, dat ons van Peter berigt wordt, is, dat hij, van de Noordsche kust bij vergissing zijnen stap wat kort nemende, in de IJszee valt. Daar de koude en vochtigheid hem lastig valt, loopt hij gaauw naar de Lybische woestijn, om zich in de zon te droogen. Door het steken van de zonnestralen krijgt hij de koorts, maar bereikt nog vóór den avond een gasthuis in Duitschland, laat zich genezen, trekt zijne laarzen wederom aan, en stapt langs de Syrische kust naar Thebaïs in Egypte. Van zijne gelukkige aankomst aldaar en verdere togten vinden wij hier nog geene tijding. Nu, het is den schrijver ook niet kwalijk te nemen, dat zulk een vlugge looper hem uit het gezigt geraakt! - Liefhebbers van het wonderbare! gij vindt hier eenen tegenhanger van Munichhausen.
Dat eenige Duitsche, zoogenaamde, vernuften elkander pligtplegingen maken, bij gelegenheid der uitgave van dit prulschrift, verwondert ons niet, dewijl het eene bekende zaak is, dat ezels, die jeukte gevoelen, gewoon zijn elkander beurtelings te schuren.
No. X. Meng. bl. 462. reg. 5. staat voor, lees van.
No. XI. Boekbesch. bl. 479. reg. 5. lees huisgodsdienstoefening.
No. XII. - bl. 540. reg. 10. staat 1789, lees 1689.