het vereischte getal in den slependen Alexandrijn te krijgen, lezen:
, even alsof
e in
abbaye niet smelt, of wel alsof het ware
ăbb̆ayē in plaats van
ăbbāyĕ.
Zoo vinden wij omgekeerd eene lettergreep te veel op bl. 19:
. Men zal, met eene dichterlijke, wij gelooven echter welnig gebruikelijke vrijheid, moeten lezen
Bruxelle; dan smelt de
ĕ in het volgende
est, en de zaak is in orde.
Bl. 20:
Les pressent sous les murs ❘
, is zeker eene drukfeil voor
Tongres: want ook hier zou
Tongre en Tongr'
en worden. Trouwens, het behoort ook
Tongres (
Tongeren) te wezen (Latijn
Tungri).
En hiermede asscheid nemende van den Heer clavareau, gaan wij over tot de drie Liederen, met de daar achter gevoegde kleinigheden, gelijk de Schrijver ze noemt, van den Heer Luitenant mackay. Er is gang en vuur in, maar ook veel is alledaagsch. Het hier geleverde kan door met den grooten hoop van vaderlandsche stukjes; maar als de Heer mackay voortaan verzen uitgeeft, mag hij althans wel wat kiescher op zijne versificatie worden. Rein op zijn kon teeds moeijelijk door den beugel; maar bereîn, ongewone zamentrekking voor bereiden, op zijn, gelijk bl. 9, is waarlijk al te vrij, en laat zich volstrekt niet verontschuldigen. Dat het hier niet ontbreekt aan korte lettergrepen, die lang gemaakt worden, noch aan verwaarloosde smeltingen, laat zich reeds van zelve begrijpen. Plukt' en verdrukt' (bl. 25) aan 't eind van den regel, voor plukte en verdrukte, is insgelijks af te keuren. Regt aardig vinden wij het Gelegenheidsstukje, dat begint:
Wanneer men, aan den disch gezeten,
Zoo wat verandering begeert,
En menschen heeft, die rijmlaars heeten,
Dan zij 't alsof men commandeert:
Toen niemand van Bourbons wou hooren
En Charles X een reisje deed,
Zag men Philippe op eens verkoren:
De wijze krijgsman zegt: dat heet
Contramarcheren op de plaats.
Zoo gaat dat geestige stukje voort, en wij zullen eindigen met het laatste commando: Vaandel op 't alignement!
Meng. No. IX. bl. 418. laatste reg. lees: uitkomst.