Jaarboek der Stad Amsterdam voor 1831. Door C. van der Vijver.Te Amsterdam, bij C.M. Ferrari. 1832. In gr. 8vo. 176 Bl. ƒ 1-80.
In ons Tijdschrift voor 1831 (No. V. bl. 201 en volg.) hebben wij des Schrijvers Jaarboek der Stad Amsterdam voor 1830 beoordeeld, en daarop hoofdzakelijk aangemerkt, dat, bij al het goede, 't welk het boekdeel inhield, wij alles te veel in eene bonte mengeling vonden voorgedragen, en het werk korter en minder kostbaar gewenscht hadden. Deze aanmerkingen heeft de Schrijver, door eene andere, en, zoo wij vermeenen, meer gepaste wijze van bewerking, thans voorgekomen. Veel van het min belangrijke en soms volstrekt onbeduidende, 't welk het vorige Jaarboek had doen uitdijen, is nu onvermeld gebleven, en ook in het algemeen zijn de gebeurtenissen, die tot elkander in geen verband stonden, als op zichzelve staande vermeld, zonder dat de Schrijver getracht heeft, dezelve door overgangen te verbinden, die hier uit den aard der zaak gekunsteld moesten zijn, en den sprong nog meer deden in het oog vallen. Hierbij is dit Jaarboek voor 1831 bijna de helft korter, en kost slechts juist de helft van het vorige. Uit den aard der zaak is echter het Jaarboek eener Stad meer van plaatselijk dan van algemeen belang; doch voor de Ingezetenen van Amsterdam (en voor deze is het dan toch voornamelijk geschreven) kan het menige herinnering opwekken, en bij voorkomende gelegenheden met vrucht geraadpleegd worden.