zame verhalen, het menschelijk leven betreffende, met eenige bijzonderheden, uit natuurkunde en natuurlijke geschiedenis ontleend, afwisselen, en schijnt wel genegen, meer van dien aard te leveren, indien men het begeert. Rec. hoopt, dat de uitgever reden moge hebben, om een vervolg ter perse te leggen. Op enkele uitdrukkingen zou misschien iets aan te merken zijn; de vergelijking van het wentelen der aarde bij het rondgaan van eene spoel op een rad, bl. 26, is zeker niet zeer duidelijk, en het voorbeeld van den vinger boven de kaars, bl. 27, bewijst niet, wat het bewijzen moet. In werkjes voor de jeugd komt het vooral op juistheid van uitdrukking aan. Meer aanmerkingen heeft Rec. niet te maken. Moge zijn gunstig oordeel iets bijdragen, om het werkje in handen van vele kinderen te brengen! Een lief en keurig plaatje versiert het titelblad. Moet, bl. 56, beteugeld niet bevleugeld zijn?