Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832
(1832)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 327]
| |
buiten twijfel reeds voorlang door velen met genoegen is gelezen, gelijk dezelve met stichting werd gehoord. Of mogt dit kanselwerk van den Weleerw. van teutem onder de menigte der in den laatsten tijd uitgekomene leerredenen en stukjes van den dag te weinig opgemerkt zijn geworden, zoo hopen wij door korte opgave van den inhoud de lezing te bevorderen. De vraag, op het Pinksterseest aan petrus en de andere Apostelen gedaan, gaf den Prediker aanleiding, om I. ontevredenheid met lettergodsdienst en ontwakende gewetensbekommering te beschouwen als voornaamste beweegrede(n) der Kerkhervorming, en II. over het naaste middel tot derzelver bewaring en handhaving te spreken. Wij gelooven, dat van teutem, die andere medewerkende oorzaken geenszins uitsluit, inderdaad gelijk heeft, wat zijne stelling aangaat; doch wij meenen, dat hij de waarheid derzelve te weinig doet uitkomen, daar hij te zeer bij luther alleen zich bepaalt. Verre zij het van ons, de verdienste van dezen Hervormer te willen verkleinen; naar onze gedachten had echter met weinige trekken aangewezen kunnen worden, hoe sinds eeuwen een gedeelte der Christenheid naar verbetering reikhalsde, en omstandigheden medewerkten, om gevoel van behoefte aan hervorming der Kerk bij velen steeds meer op te wekken. - Wat voorts over het naaste middel ter bewaring en handhaving van het werk der gezegende Kerkhervorming wordt gezegd, is allezins behartigenswaardig. Van teutem erkent het goede van onzen tijd, maar geeft in bedenking, of onder al die geprezene ontwikkeling des verstands en vordering der rede het gevoel en vooral het godsdienstig gevoel niet geleden heeft. Te regt waarschuwt hij echter tegen deweeperij, en vraagt, of koude redenering niet weleens aanleiding daartoe kan gegeven hebben. Wij gelooven ja, maar ook omgekeerd, dat mystiekerij aanleiding geeft tot koude redenering, gelijk bijgeloof ongeloof kan bevorderen. |
|