Een Matroos. Sla hem zijn stuurboordsoog uit! Nog een schot onder water! Klamp hem ferm aan boord! Geef hem de volle laag!
Een Soldaat. Blijf op uw' post, Jan! Poets hem ter dege! Opgepast! Links gezien! Geef hem geen kwartier!
Een Barbier. Zeep hem goed in! Veeg hem regt langs het vel! Kom, beter aangezet!
Een Schoenmaker. Nog eens ferm op de leest geslagen! Borstel hem goed af! Dat was, bij mijn zolen, raak! Allons, leer om leer!
Een Kleêrmaker. Geef hem laken, jongen! Torn hem zijn falie los! Mik op zijn' vijsden knoop!
Een Slagter. Houd een goed bart! Geef hem op zijn knoken! Klop hem murw! Breek zijn gebeente! Nog een veeg over het kruis! Hij laat de tong al hangen!
Een Smid. Hamer er op, Bram! Lustig geslagen! Laat zijn aanbeeld klinken! Wat blaast hij!
Een Tapper. Kurk zijne oogen op! Toon dat je geest in je lijf hebt! Geef hem nog eens bescheid! Dat was een bitter slokje!
Een Glazenmaker. Verdonker zijn daglicht! Jij bent mijn diamantje! Stop hem ter dege aan alle kanten! Laat de zon door hem heen schijnen!
Een Afslager. Daar gaat hij! Geef hem den laatsten slag!
Een Bakker. Kneed hem goed, Jan! Val niet van de korst af! Wees zoo flaauw niet als een Fransch: broodje!
Een Pluimgraaf. Wees toch geen kuiken, Bram! Pluk hem! Haal hem de ingewanden uit het lijf!
Door deze en dergelijke kreten aangespoord, vochten de kerels als woedende leeuwen, en het duurde een' geruimen tijd, eer de overwinning zich voor een' hunner verklaarde. Eindelijk toch behaalde de karreman de zegepraal, en werd met een luid gejuich door zijne vrienden naar de kroeg geleid, om, niettegenstaande zijn' bebloeden kop, een' vrolijken roes te drinken. De arme overwonnene lantaren-opsteker bleef voor dood liggen, tot dat zijne aanhangers eene kar hadden gehaald, om hem naar huis te transporteren.’
Het komt ons voor, dat deze bladen, die aan betere tijden, volgens het zeggen van den Schrijver, hun bestaan verschuldigd zijn, zeer geschikt zijn, om, naar zijne bedoeling, ‘een enkel lachje te ontlokken aan zorgen, een uurtje verademing aan werkzaamheid te schenken, en eene welgevallige herinnering na te laten in het harte des lezers.’ - Eene gunstige ontvangst bevordere de bereiking van dit doel.
In No. IV. Boekbesch. bl. 183, reg. 8 van onderen, is eene lompe drukfout ingeslopen; daar staat, in het Latijn, Apelles voor Apellem. Bl. 160. reg. 1. lees onbezonnen. - No. V. bl. 207. reg. 9 v.o. lees dagbladen. Bl. 222, reg. 2 v.o. leze men: er drijft een bootje op zee!