besten: en wij voor ons stemmen, gelijk meest alle Nederlanders, gaarne met hem in. Dit doen wij ook, waar hij de gebreken zelfs van zulk een Staatsbestuur aanwijst; en wie zal hem geen gelijk geven, wanneer hij verder aantoont, hoe Godsdienst en Zedelijkheid de steunpilaren van den Staat zijn, en hoe, waar deze zijn weggenomen, ook de beste Regeringsvormen den val des Vaderlands niet verhoeden kunnen? - Eere hebbe de Schrijver, die in jeugdigen leeftijd, en in een jaar als 1793, reeds zóó dacht en schreef, dat hij in 1832 nog, wat de hoofdzaak aangaat, algemeenen bijval te wachten heeft! - Trouwens, wiselius heeft ook reeds de staatkundige verlichting der Nederlanders onderzocht gehad: en al verschilde men hier of daar met hem van gevoelen, wat heeft hij, ook over dat moeijelijk onderwerp, veel behartigenswaardigs en onwedersprekelijks gezegd!
En zoo komen wij thans tot het werkje van den beroemden chateaubriand over het nieuwe voorstel tot verbanning der bourbons. Men kent den fraaijen, schoon wel eens te opgesmukten, stijl van dien Schrijver. Hij verloochent ook in dit geschrift noch zijn talent, noch zijn karakter, noch zijnen volksaard. Hij is Franschman. Uit dat oogpunt moet hij beschouwd worden, vooral omdat hij voor Franschen schreef. Bijna niets kunnen dezen hem tegenwerpen, zoo krachtig en consequent is zijn betoog. Het verzwegen hoofdoogmerk is eene aanbeveling van hendrik V: wij gelooven, dat chateaubriand gelijk heeft. Om ons van de termen van den Heer wiselius te bedienen: verplaatsing der Oppermagt kan niet wettig geschieden, zonder bewilliging der Grondmagt. De Natie is in de verkiezing van lodewyk philips niet gekend. Hij schijnt ons dus slechts een overweldiger, en hendrik V heeft eene wettige aanspraak.
Ongemeen bevallen ons de Brieven, in het Fransch van een' ongenoemden, zoo over den tegenwoordigen staat van Holland, als over dien van Engeland en Frankrijk; doch de stelling, dat een vreemd volk geen regt heeft zich te bemoeijen met de omwentelingen bij een ander volk, stemmen wij slechts in zoo verre toe, als die omwentelingen de veiligheid van andere volken niet bedreigen.
Het vlugschrift van den Heer van lier over de Hollandsche grenzen is beneden de kritiek. Onder anderen staat er bl. 8: Axel en Hulst zijn de voornaamste plaatsen, en