geschikt zijnde voor onze behoeften en ons karakter, niet dan voordeelig op onze gezondheid en onze zeden zal kunnen werken. Ten derde wordt het noodzakelijke van een en ander aangedrongen, door eene beschouwing van den toestand onzer geldmiddelen en den staat onzer fabrieken en trafieken, vooral in deze dagen.
Recensent las dit stukje met genoegen, en kan niet afzijn, hetzelve in veler handen, met name in die zijner vrouwelijke Landgenooten, te wenschen; de stoffe zelve verdient dit, en de gekozen vorm is daartoe bijzonder uitlokkend. Zonder uitroepingen of magtspreuken, die dikwijls de bevordering eener goede zaak nadeelig zijn, behandelt de Schrijver zijn onderwerp met gepasten ernst en die kracht van overtuiging, welke niet kan nalaten invloed te oefenen op het vaderlandlievend gemoed, en die dan ook, bij velen, dien invloed zal wekken of versterken.
Eere zij den bekwamen Steller voor de ordelijke ontwikkeling zijner vacerlandsche gevoelens! Eere den Leden van het Deventersch Departement der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, die den Heer meylink tot de openlijke uitgave van het gesprokene hebben aangespoord! Eere zij der gevestigde Vereeniging van Oud - Nederlandsche Vrouwen en Jonkvrouwen, die eene geheele Natie, door derzelver belangelooze en moeijelijke poging, aan zich verpligt heeft! Maar vooral eere zij diegenen onder onze Hollandsche Vrouwen en Maagden, die den, even loffelijken als zeldzamen, moed bezaten, om openlijk de gehoorzaamheid aan de zedelooze ligtekooijen van het Palais Royal te Parijs en de verachtelijke Bruxelloises op te zeggen, en daardoor getoond hebben, dat ook de teedere Sekse in Holland karakter genoeg bezit, om, ondanks den zouteloozen beuzelpraat van eenige Fransch- en Brabandsgezinden, de eer van Holland even krachtig te doen schitteren, als deze in het moedbetoon hunner Mannen, Vaders, Zonen en Bloedverwanten in de velden van Hasselt en Leuven heeft uitgeblonken!
Geschriften van dezen en soortgelijken aard behoorden, in de dagen, die wij beleven, ter kennisse van onze geëerbiedigde Koningin en der beide Prinsessen gebragt te worden. Aan een gunstig onthaal zou het aldaar geenszins ontbreken, en....wierd dit eenmaal openlijk bekend, hoe velen zouden er alsdan eene eere in stellen, eene vaderlandsche onderneming mede bevorderd te hebben!