en het Scheepsvolk - over Chertepartijen - Societeiten en Compagnieschappen - Admiraalschap. (Bl. 155-264)
Hoofdst. V. Van den lateren en aanstaanden staat der Wetgeving. Beschouwing der gebeurtenissen van en na 1795 - inlijving van België in Frankrijk - oudere Fransche Wetgeving en Regterlijke Organisatie met betrekking tot den Zeehandel - Fransch Wetboek van Koophandel van 1807 - bepalingen omtrent het Zeeregt, vastgesteld ten tijde der Bataafsche Republiek en door de opgevolgde Regeringen tot aan de inlijving in Frankrijk - overzigt van het tweede boek van het Fransch Wetboek van Koophandel, du Commerce maritime - overzigt der bepalingen van het nieuwe (nog niet ingevoerde) Wetboek van Koophandel. (Bl. 265-348.)
Hoofdst. VI. Van het Strandregt. Wat dit zij - vroegere bepalingen daaromtrent hier te lande - bij andere Volken - over Berg-, Hulp- en Redloonen. (Bl. 349-379.)
Hoofdst. VII. Van Zeerooverijen en andere Misdaden ter Zee. De Zeerooverij oudtijds vrij algemeen en als 't ware geoorloofd, thans hoogst strafbaar - de geroofde Goederen veranderen niet van Eigenaar - vroegere en latere bepalingen hieromtrent, zoo hier te lande, als elders. (Bl. 379-395.)
Hierna volgt, ten slotte, een Bijvoegsel, behelzende eene opgave der beteekenis van eenige in het Zeeregt voorkomende woorden en uitdrukkingen, enz. (Bl. 396-419.)
Wanneer men nu den overvloed van belangrijke zaken, die b.v. in het eerste Hoofdstuk behandeld zijn, in aanmerking neemt, zal men gereedelijk begrijpen, dat in 75 bladzijden de stof niet uitgeput, maar alles slechts kortelijk aangestipt zijn kan. Ook in de overige Hoofdstukken is alles slechts kortelijk behandeld. Alleen de oudere bepalingen omtrent Assurantiën en Avarijen zijn met behoorlijke uitvoerigheid en volledigheid in het vierde Hoofdstuk uiteengezet. Doch ook in dit Hoofdstuk hadden wij iets meer en grondiger verwacht omtrent de vroegere Geschiedenis van het Zeeregt, b.v. over de