Het gebruik, zegt zij, om twistzaken door de punt van den degen te beslissen, is nu reeds lang genoeg gevolgd geworden, om zelfs den meest vooringenomen beschouwer te overtuigen, dat daaruit onberekenbaar veel kwaad voortvloeit. Is het dan niet wel der moeite waardig, ook eens te beproeven, of eene tegenovergestelde handelwijze niet minder kwaad zoude aanbrengen? Zij wijst op Pensylvanië, en beantwoordt eene tegenbedenking. Daarna komt zij terug op het beginsel van zedelijken tegenstand - het eenige, dat met den geest des Christendoms is overeen te brengen. De hoofdzaak komt hierop neder: ‘En hoewel onze verwachtingen geenszins zoo overspannen zijn, dat wij, in den tegenwoordigen staat der openbare denkwijze en gevoelens, zouden durven hopen, dat een onregtvaardig aangevallen volk zich zoude onthouden de wapenen ter verdediging aan te gorden, blij ven wij desniettemin overtuigd, dat het beste middel, om de geheele afschaffing des oorlogs te bewerkstelligen, gelegen is in het verspreiden van die beginselen, welke, algemeen aangenomen zijnde, de hand des aanvallers zoo wel, als de verbitterde tegenkanting der beleedigde tegenpartij, zouden tegenhouden. In allen gevalle zoude de oorlog daardoor in het juiste daglicht gesteld, en de bestuurders van ieder land aangespoord worden, om ernstig hunne krachten in te spannen tot vermijding van alle aanleidingen tot beleediging en strijd.’
Nadat bovenstaand verslag was gesteld, meende Rec. zich te herinneren, dat vroeger een werkje van gelijken inhoud was uitgegeven. Bij nader onderzoek zag hij deze zijne meening bevestigd. In 1829 is het te Zutphen bij wansleven van de pers gekomen, onder dezen titel: Beschouwing der beginselen, waarop het voeren van den Oorlog is gegrond. Zie Vaderl. Letteroeff. No. XIII. van 1829. bl. 588. Bij vergelijking blijkt, dat het thans aangekondigde eene verschillende vertaling van een en hetzelfde oorspronkelijk werkje is. In de uitgave van 1829 wordt niet gezegd, dat eene Vrouw de Schrijfster is, maar alleen te kennen gegeven, dat er eene, ten jare 1815, in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika gevestigde en later ook in Engeland uitgebreide Peace Society bestaat, die zoodanige stukjes poogt te verspreiden. De tweede Vertaler heeft blijkbaar niet geweten van den eersten. Zijne overzetting is vrijer en fikscher. Over het geheel geven wij er de voorkeur aan. De prijs is 10 centen minder, en de uitgave ten voordeele des Vaderlands geschied.