kennen, dat het doel en de heerschende geest in dit verhaal zedelijk goed is; dat de karakters en de aaneenschakeling der gebeurtenissen natuurlijk zijn, en dat uit de schets, door eene meesterhand, niet een levendig en treffend tafereel zou te maken zijn: maar hier is alles zoo flaauw, zoo wijdloopig voorgesteld, dat het voorname doel van eenen roman, in zoo ver hij de behandeling van eene zedelijke waarheid behelst, om namelijk dezelve meer levendig en onderhoudend voor te stellen, dan dit geschieden kan in een doorloopend en gestreng betoog, in het geheel niet bereikt wordt. Integendeel, wij gelooven, dat zelfs de meest verwende romanlezer met nog minder verveling een, in deelen en onderdeelen gesplitst, betoog over de IJverzucht zal lezen, dan dezen roman. Het lust ons niet, eene schets mede te deelen van het verhaal, hetwelk, als 't ware, bedolven ligt onder eenen vloed van langdradige uitweidingen, en ons deed denken aan de soep, waarin de stukjes vleesch, even als de matrozen van Aeneas, waren rari nantes in gurgite vasto. Wij ergeren ons, zoo dikwijls onze vertalers, (immers de uitgevers kunnen hier, met den besten wil, niet altijd uit eigene oogen zien) door het overbrengen van onbeduidende voortbrengselen van vreemden bodem, aan de smaalzucht der buitenlanders op onzen letterkundigen smaak
voedsel geven, en hopen, dat ons lezend publiek dergelijke speculatiën op deszelfs leeslust niet meer zal aanmoedigen, dan zij verdienen.