Les signes du temps, ou l'avénement du règne du Seigneur. Sermon de J.H. Merle d'Aubigné, M.D.S.E. Pasteur, Président du Consistoire de l'Eglise Evangélique Protestante Française et Allemande à Bruxelles, prononcé à la Haye, le 10 Oct. 1830. A la Haye et Amsterdam, chez les Frères van Cleef. 8vo. 37 pag. f : - 50.
De Heer merle d'aubigné, ten gevolge van de bekende schand- en treurtooneelen uit Brussel geweken, vertoefde eenigen tijd in den Haag, en sprak aldaar in de kerk der Walsche gemeente deze Leerrede uit, welke, bij zijn vertrek in handen van vrienden gelaten, om de belangrijkheid (naar luid van het Voorberigt) is uitgegeven. Naar aanleiding van Matth. XXIV:25-36, wilde de Prediker zijne hoorders opmerkzaam maken op de teekenen des tijds, of op de toekomst des Heeren. De drie vragen, vs. 3 voorkomende, moeten, volgens zijne meening, op drie verschillende gebeurtenissen betrekking hebben. De eerste, van vs. 8 tot 24 beantwoord, ziet op de verwoesting van Jeruzalem, de derde (vs. 36 enz.) op het einde der wereld; maar de tweede zou het tijdperk, waarin wij thans leven, betreffen en dus voor ons hoogstbelangrijk zijn, daar christus van vs. 25 tot 36 de uitbreiding van zijn Koningrijk over de gansche aarde aankondigt. Bij drie punten zocht de Leeraar zijne hoorders te bepalen: I. de teekenen der komst van het Rijk des Heeren; II. de komst van dit Koningrijk, en III. toepasselijke leeringen, daaruit voortvloeijende. Het is geen gewoon onderwerp, zegt hij, maar de omstandigheden zijn ook ongewoon, en regtvaardigen dus zijne keuze, terwijl hij de hoorders op-