De Boomgaard en het Woud, enz. Een Geschenk voor de Jeugd. Het Hoogduitsch van H.A. von Kamp vrij gevolgd. Te Amsterdam, bij G.S. Leeneman van der Kroe. 1830. In kl. 8vo. VIII en 178 bl. f : - 90.
Dit boekje over vrucht- en woudboomen is wèl uitgevoerd, en met een aardig plaatje versierd; het is in verschillende kleine opstellen verdeeld, die meestal met toepasselijke dichtregels eindigen. Van het gebruik der onderscheidene boomen wordt kortelijk melding gemaakt.
Voor kinderen te schrijven, is niet zóó gemakkelijk, als velen zich dat voorstellen. Er behooren een natuurlijk verstand, veel geest van waarneming, en een voor ware eenvoudigheid gestemde smaak toe. Het komt ons voor, dat de kindertoon in dit boekje niet zeer gelukkig getroffen is. De mystieke allegoriën zullen niet in den smaak vallen van onze lieve jeugd. Men oordeele uit een voorbeeld: ‘Door elke plant wil de goede God ons iets mededeelen en de denkende mensch verstaat de taal der plantenwereld. Hij verheugt zich met dezelve, wanneer zijn levensdag helder is, en zij te zamen het goede, zoo vrolijk genieten, hetwelk hun de Schepper van boven, heeft toegeschikt; hij let op den zin van hare bloeijende gestalte, en leest met zoete vreugde in hare oogen, wat zij hem verkondigen; maar hij treurt ook met haar wanneer zij gebrek lijden, wanneer haar leven donker is, en deelt haar gaarne mede wat hij geven kan, om haar leven te onderhouden.’
Is het dan zoo moeijelijk, natuurlijk te zijn? En, zoo dit de toon van den ons onbekenden Hoogduitschen Schrijver is, waarom hem dan niet nog vrijer nagevolgd? In het vaderland van den onvergetelijken van alphen zal, hopen wij, wel een kindervriend zijn, die voor de jeugd in proza geheel naar vereisch weet te schrijven.