Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830
(1830)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeleerde razernij. No. IV.Ga naar voetnoot(*)
| |
[pagina 87]
| |
staan door generatio aequivoca, gelijk de infusiediertjes; het is de ontsteking b.v. Anderen ontstaan uit ouders, zoo als de volkomener dieren; het zijn die ziekten, welke door van buiten aangebragte werkingen worden voortgebragt, zoo als de besmettelijke ziekten. De Heer jahn gelooft, dat de vruchtkiem aan den vader moet worden toegeschreven; dat alle dieren, die zonder afzonderlijke geslachten zijn, voor mannelijk moeten gehouden worden, en dat de aarde of het water de plaats eener moeder bekleedt. De Heer jahn vergelijkt den voortgang eener ziekte met de gedaantewisselingen van een dier, de endemische ziekten met de geographische verbreiding der dieren, en eindelijk den verschillenden dood der dieren met het verschillend einde eener ziekte. Zoo dit alles spel der verbeelding ware, en voor niets meer wilde doorgaan, konden wij er vrede mede hebben. Maar wij staan verbaasd, dat een Hoogleeraar dit werk met eene voorrede voorziet, waarin hij dezen weg voor den eenigen houdt, waarop veelligt het heil der Pathogenie te vinden is! Wij zijn niet bevreesd, dat jahn, met deze voorrede van heusinger, gaubius en het gezond verstand zoo ligt verjagen zal. |
|