pende in de huizen, zich, even gelijk de slang, door allerlei kronkelingen meester makende van zijne prooi; verdraagzaamheid, levenswijsheid, menschlievendheid huichelende, alles tot bereiking van zijn eigenbatig oogmerk. Zulk eene naar het leven geschilderde voorstelling van de handelwijze der Jezuiten wordt den Nederlandschen lezer in deze welgeslaagde vertaling van spindler's werk aangeboden.
De Jezuit münzner, onbekend, als een ambteloos Regtsgeleerde, in eene der vrije Rijks- en handelsteden van Noord-Duitschland levende, weet zich, onder den schijn van raadsman, helper en vriend, in te dringen bij den Protestantschen Raadsheer mussinger en beweegt den door gemoedsbezwaren en andere zorgen gefolterden man, door de hoop op de geruststelling van zijn hart en op redding uit zijne bezwaren, om tot de Roomsche kerk over te gaan. Hij dwarsboomt de liefde, die zijn kweekeling white voor des Raadsheers eenige dochter, de schoone justine, opgevat heeft, en verwijdert den reeds aan haar verloofden bruidegom birsher. Dit alles geschiedt met het oogmerk, om de rijke erfdochter insgelijks tot zijne geloofsbelijdenis over te halen, tot het kloosterleven te bewegen, en zich, zoo voor de Kerk, als wel eigenlijk voor zijne Orde, meester te maken van haar aanzienlijk vermogen. De edele justine, ofschoon standvastig wederstand biedende, zoo wel aan de geweldigste middelen, als aan de meest streelende lokstem, om haar tot aanneming van het Roomsche kerkgeloof te bewegen, deelt echter, uit liefde tot haren vader, in diens lot, als hij, door het opvolgen van de verderfelijke raadgevingen der Jezuiten, van rang en eer beroofd, onder het vermoeden van schuldig te zijn aan eene verschrikkelijke misdaad, zijn vaderland ontvlugt, en eene schuilplaats moet zoeken in het toen nog bestaande gemeenebest der Jezuiten in Paraguay. Daar verdwijnt de verblinding van den bedrogen mussinger. Daar, ofschoon te laat, ontdekt zelfs hij, die den Raadsheer in het verderf had gestort, ter bereiking van welke versoeijelijke oogmerken hij het werktuig was geweest. Hier, in de afgelegene wildernis van Zuid-Amerika, vertoonen zich de
Jezuiten, nu zij meenen hunne prooi geheel in hunne magt te hebben, in hunne ware en huiveringwekkende gedaante, in hunne onverzadelijke geldgierigheid en heerschzucht, hunne boosaardige valscheid tegen de misleide slagtoffers hunner listen, in hunne koude,