den als van de Uitgevers, eens op vasten prijs gesteld, weinig doet verwachten, dat het eenmaal tot verminderden prijs zal worden uitgegeven. Het werk van reinhard zal wel altijd klassiek blijven. Zulke werken, als dit Zedekundig Zamenstel is, worden door geene nieuwtjes van den dag verdrongen.
Met het vijfde Deel dezer vertaling is van de oorspronkelijke Moral het derde Deel, volgens de vierde uitgaaf van 1807, geheel afgeleverd. De Heer molhuysen heeft minder in het vierde dan in het vijfde Deel hier en daar aanteekeningen medegedeeld, meestal dienende om geschriften aan te wijzen, die uitgekomen zijn, sedert reinhard dit gedeelte van zijn werk bearbeid en uitgegeven heeft. Zulke aanteekeningen verlangt men meer; want de door reinhard aangehaalde schriften, voor zoo verre zij niet klassiek zijn, geraken zoo ligt buiten omloop. Aankomelingen verlangen aanwijzing van hetgeen voor hen verkrijgbaar is. Wij zeggen dit niet zoo zeer tot berisping, maar om molhuysen uit te lokken tot het maken van vele dergelijke aanteekeningen, als vooral in het vijfde Deel te vinden zijn.
Tot onze blijdschap lazen wij onlangs, dat molhuysen tot Bibliothecaris van de boekerij te Deventer is aangesteld. Hiermede wenschen wij hem geluk. En indien hij, die zijne vertaling zekerlijk niet als een opus operatum beschouwt, hierdoor zich in staat gevoelt, om de noodige aanwijzingen te doen bij §§ 479-500, dan zal deze zijne aanstelling voor velen nuttig zijn, en zijne geheel afgewerkte vertaling een voordeel hebben boven het oorspronkelijke van reinhard, die door den dood verhinderd werd, dit gedeelte van zijn werk af te doen. In de verte laten wij slechts zien, waarop wij hopen. Verzoeken durven wij niet. Het is toch moeijelijker, bij eens anders werk het noodige aan te teekenen, al heeft men beschikking over de uitmuntendste boekerij, dan bij eigen werk de gebruikte bronnen voor het grootste gedeelte zelf te noemen. Molhuy-