wijd is, was reeds aan de Hoogeschool te Leiden allergunstigst bekend door het behalen van eenen Akademischen eereprijs. Nog niet ten volle 25 jaren oud, werd hij door eene kortstondige ziekte aan eene gemeente ontrukt, welke zich nog geene twee jaren over hem als herder en leeraar mogt verheugen. Geen wonder dus, dat Dr. rambonnet, als nabuur en vriend van den overledene, zich van den treurigen pligt kweet, om zich en allen, die met de jongh in naauwe betrekking stonden, op te beuren en te troosten door hartelijke toespraak uit het Evangelie. Naar aanleiding van Openb. XIV:13, heeft hij zijne taak zoo verrigt, dat ook wij getuigen kunnen: ‘Deze Leerrede is de eenvoudige taal van het hart, dat zich minder bekommert over kunstregelen en plannen, en zich uitstort, omdat het zich uitstorten moet.’ - Ook als uitgegevene Leerrede heeft zij niets, waardoor wij tot het strijken van eenig ongunstig vonnis zouden genoodzaakt kunnen worden.