Eene andere weten wij haast niet, of wij ze den Schrijver, den opgevers der vraag (sit venia!) of der zaak zelve moeten wijten. Wat is wijsgeerte? Wat is echte wijsgeerte? Toen nog geen vak als wetenschap beoesend werd, toen enkele bevoorregte stervelingen zich op eene grondiger kennis, hetzij der dingen in het algemeen, hetzij van de ware menschelijke belangen, begonnen toe te leggen, ontvingen deze den naam van wijzen, dien zijzelve daarna, zeer te regt, in wijsgeeren, liefhebbers, naspoorders en najagers der wijsheid, dat is, der ware wetenschap, veranderden. Welhaast ontstonden er stelsels, zamenstellen der begrippen en denkbeelden van bepaalde wijsgeeren, die nu den naam van Platonische, Aristotelische, Stoïsche, Epicurische wijsgeerte aannamen. Welke van die allen de echte zij, is nog niet uitgemaakt; maar elk op zichzelve was een overzigt van alle, althans van die kundigheden, welke de stichter als de eerste en voornaamste voor den mensch beschouwde. In later tijd is deze zaak veranderd. Wij hebben Godgeleerde, Regtsgeleerde, Geneeskundige (de geheele kennis van het menschelijk ligchaam enz. enz. bevattende) stelsels. Met welke te zamen de wijsgeerte voorheen het geheele veld der wetenschap aan onze Hoogescholen deelde: tot nu- vóór eenigen tijd tweederlei wijsgeerte, eene natuurlijke en eene beschouwende, de laatste met de letteren vereenigd, het getal der zoogenaamde faculteiten op vijf bragt. Dit alles in aanmerking genomen zijnde, zouden wij gemeend hebben, de blijkbare bedoeling des Instituuts duidelijker te zullen uitdrukken door eene wijsgeerige denkwijze, en althans achten, dat de Schrijver dan dit gedeelte beknopter en juister zou hebben bewerkt. Hij vooral, die met de nieuwere stelsels van wijsgeerte bekend is, en derzelver scherpe onderscheidingen en diep geputte, schoon dan ook niet altijd heldere,
denkbeelden kent, stoot zich ligt aan de losse trekken, met welke de echte wijsgeerte hier eenigzins ex tripode geschetst wordt.
Dit alles echter strekke geenszins, om de kunde, den goeden smaak, het oordeel en de vlijt des Schrijvers eenig-