reurs ontnomen is; maar inzonderheid is het hard, vermits het Tarief eigenlijk slechts bepaalt, in welke kosten de onderdoende Partij gehouden is, dat daardoor de zegevierende Partij alles betaalt, wat zijnen Procureur boven het Tarief naar billijkheid en gewoonte toekomt, en (let wel) ook de rekening van zijnen Advocaat bijna geheel; omdat van besognes van den Advocaat niets, van zijne Pleitrede slechts tien, en van die eens Procureurs slechts zes franken in taxe komen. Het gevolg hiervan is, dat hij, die eene regtmatige, doch geringe vordering heeft, al vaak beschroomd is zijne zaak door te zetten, uit vrees, dat hij, bij den voordeeligsten uitslag van het Proces, nog meer aan zijne Practizijns zal moeten betalen, dan
hij immer van Partij kan terug bekomen. Deze onregtvaardigheid moet verholpen worden.
Overigens is het Ministerie der Procureurs tegenwoordig veel aanzienlijker, dan in den ouden tijd (zie bl. 44): want, bij ontstentenis van Advocaten, kunnen zij geroepen worden om zitting te nemen in een Geregtshof of Regtbank, waar het vereischt getal van Regters of Plaatsvervangers, om de eene of andere reden, ontbreekt. En hij, die tien jaren Procureur geweest is, kan tot Regter of Officier van Justitie worden benoemd, al heeft hij geenen regtsgeleerden graad.
Hoe noodig en onmisbaar de oprigting van den Hoogen Raad is, wordt bl. 41 duidelijk aangetoond. De Heer mabé had er nog kunnen bijvoegen, dat de handhaving van Art. 177 en 179 der Grondwet, op eene regelmatige wijze, zonder Hoogen Raad onmogelijk is.
De zesde der achteraan gevoegde stellingen, of theses, dat eene wetsbepaling, die de ligchaamsstraffen, inzonderheid het brandmerk, afschafte, loffelijk zou zijn geweest, wordt door den Recensent en alle Vrijzinnigen van harte ondersteund.
De correctie is, over het algemeen, vrij naauwkeurig; alleen hindert op bl. 4, reg. 6 van ond., non eguisse voor eguisse.