Weldadige kattentrouw.
Een arme Ier (en dezulken telt men bij duizendtallen!) vervoegde zich aan het Armenbestuur van Manchester om eenigen onderstand. Bij het uiten van eenigen twijfel, of hij op de verlangde liefdadigheid wel genoegzame aanspraak konde maken, antwoordde de man: ‘Ach, Mijnheeren! reeds voorlang ware ik van honger gestorven zonder mijne kat.’ - ‘Zonder wat, zegt gij?’ vroeg men verwonderd. - ‘Zonder mijne kat,’ herhaalde hij zeer ernstig: ‘'t is wel waar, wat ik zeg; ik heb haar reeds elfmaal verkocht, telkens voor zes stuivers, en telkens is zij eerder weêr thuis als ikzelf.’