zijn er op gesteld, elkander te zien eten en drinken, en bespieden doorluchtige personen bij hun middagmaal.
Ik heb gedanst met bekoorlijke meisjes. Mijne vlugheid, mijne luchtige passen hebben het publiek betooverd. Men heeft mij deswege gecomplimenteerd, en gezegd, dat het slechts aan mij stond, om, in den dans, den edelen stijl, welke verloren is geraakt, weêr in de mode te brengen; maar, hoewel Actrice, koester ik geene verwaandheid, schoon zelfs een weekblaadjesschrijver, op wiens pamflet ik niet heb ingeteekend, mij dit heeft medegedeeld.
Mijn voorhoofd heeft men met een' gouden band, mijnen rug met een gegalonneerd dekkleed versierd, wat mij zeer wèl stond; maar één ding mishaagde mij: men deed mij een servet voor, toen ik aan tafel zat, waarschijnlijk opdat ik mij niet vuil zou maken, alsof ik een zwijn of een mensch was!
Voor een oogenblik kwam er eene booze gedachte in mij op; maar ik verbande dezelve terstond. Ik gevoelde mij als vernederd, door mij aldus aan het publiek te vertoonen, en gaf mijn ongeduld deswege door een' schreeuw te kennen. Ik stond op het punt om weg te loopen; maar weldra schaamde ik mij over dit denkbeeld van trouweloosheid. Ik bragt mij te binnen, dat ik een Comract had aangegaan, en ik wilde het voorregt van woordverbreking aan menschelijke Acteurs overlaten. Was ik eene Zangeres geweest, ik ware ook naar Brussel gegaan, om..... Maar ik ben Olisant, en wil de waardigheid van mijn karakter niet verzaken.
Ik geloof, mijn waarde Neef, (zoo groot is de toeloop, dien ik heb) dat, zoo de Koninklijke Walvisch, thans te Parijs ten toon gesteld, niet reeds een geraamte was, zij welhaast van spijt er een zou worden. Groote afbreuk doe ik desgelijks aan de Osages en aan verscheidene Redenaars van de Kamer der Afgevaardigden. Maar - eene geleerde vlieg, eene welafgerigte vloo, een koorddansende kanarievogel is bij dit Volk in staat, om mij van den troon te bonzen; de Giraffe heeft zijne beurt gehad, en ik zal ook de mijne hebben; wij zullen voorbijgaan, gelijk hunne groote mannen, gelijk villèle, antonio diavolo en zoo vele anderen. Blijf gij maar gerust, waar gij zijt: maakt gij geen opzien, gij hebt ook geenen val te duchten.
Vaarwel! Ik wilde u wel eens komen zien, en den geur van uwen tuin inademen; maar men houdt mij hier opgesloten, tot dat mijne glorie taant met het verminderen der ontvang-