waar zulke geneigdheden kiemen, geheime Genootschappen een' talrijken aanhang moeten vinden; en, wanneer men de onmetelijke bevolking van China in aanmerking neemt, zal men zich niet verwonderen, dat allengskens het getal der misnoegden kan aangroeijen tot eenige honderdduizend menschen.
Het meest vermaarde dier geheime Genootschappen is dat van de Broeders der Drieëenheid. Deszelfs oorsprong, naar de bewering der leden, klimt op tot de stichting van het Keizerrijk van het Midden, gelijk de Chinezen hun eigen land noemen. Eerst voerde het den naam van Genootschap van Hemel en Aarde; maar, onder de regering van Keizer kia king, stelde het Gouvernement,ontrust door deszelfs ontzaggelijken aanhang in schier alle provinciën van het Keizerrijk, alles in het werk, om het te vernietigen. Eenigen der opperhoofden, gevat zijnde, werden onthalsd; en de Courant van het Hof van Pekin kondigde, in haren zwellenden stijl, aan, ‘dat, in den ganschen omtrek van de tent der hemelen, geen enkel lid dezer strafwaardige vereeniging meer gevonden werd.’ Het Genootschap werd echter geenszins ontbonden, maar zag zich alleen verpligt, van naam te veranderen, en dien van Genootschap der vereenigde Drie, of der Drieëenheid, aan te nemen. Deze geheimzinnige benaming beteekent bij de Chinezen het Heelal, met alles, wat het bevat. Van die drie vereenigde wezens is het eene de Hemel, vader aller dingen; het andere de Aarde, moeder aller dingen; het derde de Mensch, het eenige schepsel op deze we reld, dat, door zijne Rede, het vermogen bezit, de dingen te onderscheiden.
In weerwil der omstandigheden, onder welke het Genootschap zich heeft gevormd, schijnt deszelfs doel niet uitsluitend staatkundig te zijn. Men betigt het van allerlei wanorden te begunstigen, en beweert zelfs, dat de leden, goeddeels tot de gemeene volksklasse behoorende, zich aan diefstal en rooverij overgeven. De Chinesche kooplieden, die te Java, Singapore en Penang handeldrijven, zijn, zoo men wil, om hunner roofzucht te ontgaan, verpligt, aan het Genootschap eene jaarlijksche schatting te betalen; op welke voorwaarde zij volkomen veilig kunnen handeldrijven. Getrouw aan zijne verbindtenissen, heeft hetzelve meermalen aan deze schatpligtigen doen teruggeven, hetgeen eenigen van deszelfs leden, minder naauwgezet omtrent de onschendbaarheid des