Vraag en antwoord.
Naar luid van een Engelsch tijdschrift, hadden de Priesters te Lissabon, kort vóór de jongste vergadering der Cortes, een Heiligenbeeld opgegraven. Men stelde het terstond in eene kerk ten toon, en de vromen verdrongen elkander, om hetzelve hunne hulde te bewijzen. Deze Heilig moest de belangrijke vraag beslissen, of pedro de wettige Koning was. Met luider stemme vroeg alzoo de Priester: ‘Is Don pedro de regtmatige beheerscher dezer landen?’ Het beeld schudde met het hoofd. Vervolgens vroeg de Priester: ‘Is Don miguël de Koning?’ Het beeld knikte. Deze ondervraging werd meermalen herhaald, en het bijgeloovige volk stond telkens opgetogen van zulk een wonder. Doch, op zekeren tijd, naar het verhaal van een' Engelschman, daarbij tegenwoordig, nadat de eerste vraag als gewoonlijk beantwoord was, bleef het antwoord op de tweede achter. Bij herhaling deed de Priester, met blijkbaar ongeduld, dezelfde vraag, wanneer eindelijk een klein jongsken, zijn hoofd van achter het beeld verheffende, met eene benaauwde stem antwoordde: ‘Eerwaardige Vader! ik heb geen schuld; het touw is gebroken.’