voering van zijn ontwerp, echter, deden de eigenaars van het beest, hetzelve vet genoeg oordeelende, hetzelve dooden. Op zekeren avond vergunden zij nachtverblijf aan een' dier bergbewoners, die, van plaats tot plaats, de leerzaamheid van kameelen en beeren zoo wel, als de potsen van apen aan het gapende volk vertoonen. Deze man plaatste een beer in het kot, waar het geslagte varken had gehuisd. In dien zelfden nacht wilde reitreit zijnen diefstal volbrengen. Hij brak in het verblijf van den knorrenden gast; maar zijn ruige plaatsvervanger viel, onder afgrijselijk brullen, op hem aan, en liet de merkteekens zijner forsche klaauwen op den rug des doodelijk ontstelden diefs achter; hetwelk dan ook tot onloochenbaar bewijs van zijne schuld leidde.