lang te wèl verstonden, om hunnen beschermer te verlaten. Deze lieden, in lompen gehuld, welke een aantal touwen, waarmede dezelve waren vastgemaakt, ter naauwernood vermogten bijeen te houden, en met al het ongedierte overdekt, dat zich in de laatste drie jaren, waarin zij niet van kleederen gewisseld, en veelligt niet eenmaal het ligchaam gereinigd hadden, bij hen had opgehoopt, waren met de overigen op dezelfde sofa gezeten, en werden met gelijke oplettendheid als de andere gasten bediend. Dit gebruik, om de haveloozen en morsigen op dezelfde plaats toe te laten met de reinen en welgekleeden, alsmede de gewoonte, om de bedienden des nachts op de divans te laten slapen, beide Turksche gewoonten, veroorzaken, dat de huizen der rijken bijkans even vol ongedierte zijn als de woningen der armen. Het is vanhier ook niets ongewoons, zelfs de rijksten en aanzienlijksten een' dezer ongenoode gasten in zijnen marsch te zien aanhouden; maar, in plaats van hen gelijk de Spanjaarden te bejegenen, blazèn zij hen verre van zich midden in het vertrek, naardien zij het voor te walgelijk en onwelvoegelijk houden, den terugkeer derzelven door een' onmiddellijken dood te voorkomen. Onze avondmaaltijd werd op een groot metalen prezenteerblad opgedragen, hetwelk met eene menigte Arabische teekeningen en spreuken was versierd, en ten minste veertig schotels bevatte, welker middelste, naar gewoonte, pilau, of gekookte rijst, en de omringende gestoofd vleesch, vruchten en onderscheidene kunstmatig toebereide
geregten opleverden. Onder de dranken waren gekoelde melk, lebben, een voortreffelijk ijssorbet van honig, specerijwater en kruiderijen, en granaatappelsap van het vorige jaar, met rozewater vermengd. Het doek, dat over het prezenteerblad, en ver genoeg over deszelfs rand hing, om de knie der gasten te bedekken, was van fijn zijden gaas vervaardigd, aan de randen en hoeken gestikt, en bestond uit één stuk van 18 tot 24 voet lengte en 3 voet breedte. Het water bragt men ons in zilveren schalen, en wij wieschen ons over zilveren bekkens. Onze avondpijp en onze koffij genoten wij op het terras van het huis, dat, door deszelfs hoogte en ligging in het midden der stad, een' aangenamen blik verre in het rond vergunde.