- Eene Turksche vloot van tweehonderd zeilen daagde op, om Ipsara te bemagtigen. Op den 4 Julij 1824, toen de Ipsariooten hunne talrijke vijanden versterkt zagen met nieuwe troepen, die telkens zich vermeerderden; toen hun, daarenboven, geene levensmiddelen meer overschoten, om de komst der Hydriootsche en Spezziootsche vloot te kunnen verbeiden, achtten zij eene langere verdediging nutteloos, en dat voor hen het uur gekomen was, om als Helden te sneven: de geheele bevolking koos den dood boven de slavernij. Omstreeks twee ure in den achtermiddag trad een Ipsarioot buiten het kasteel, met eene brandende toorts in de hand, ten einde een groot, onderaardsch kruidmagazijn, door hen aangelegd, in brand te steken; - hij viel, van kogels doorboord. Een tweede vertoonde zich, en onderging hetzelfde lot. Tot zes toe, werd hij door anderen opgevolgd, die desgelijks omkwamen. Toen staakten de Grieken, voor eenige minuten, hun vuur. De Turken, in den waan, dat zij zich wilden overgeven, ijlden in massa naar de fortres, en waren op het punt van daar binnen te dringen, toen dezelve een stuk geschut loste, de Ipsariootsche vlag heesch, en eensklaps een wit vaandel werd geplant, waarop te lezen stond: Vrijheid, of de Dood! Naauwelijks wapperde die standaard in de lucht, toen een vreesselijke slag zich deed hooren; St. Nicolas stortte ineen; Ipsariooten en Turken verdwenen, verzwolgen door de uitbarsting, welke het eiland zelve deed daveren, en een' geweldigen schok veroorzaakte aan de schepen, welke zich in de streek van Ipsara bevonden. Bijkans 6000 Turken en 2000 Ipsariooten, behalve de grijsaards en de kinderen, kwamen, ten gevolge van dit heldhaftig besluit, om het leven. -
Inderdaad, zulke menschen verdienen vrij te zijn; en, wanneer men bedenkt, dat zij bij dusdanige onversaagdheid een' levendigen en vernuftigen geest bezitten, wordt men overtuigd, dat zij, ééns vrij zijnde, niet zullen in gebreke blijven, hunne plaats in de rij der meestbeschaafde volken te hernemen.