Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1829
(1829)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe oorsprong der hervorming van het krijgswezen in Turkije.(Histoire moderne de la Grèce, door rizos nerulos; Genève, 1828.)
Toen selim de III ten jare 1789 den troon besteeg, was de Porte sedert 1786 met Rusland, en sedert 1788 met Oostenrijk in oorlog. Naardien hij, nadat hij uit zijne kluizenaarsschap (want daarmede heeft van oudsher het verblijf der toekomstige Sultans de meeste overeenkomst) ten troon was verheven, vernam, dat genoemde twee Mogendheden ongestraft de wapenen der Mohamedanen wederstonden, riep hij uit: ‘Ik wil hen kastijden! Ik wil krijg!’ Deze vermetele woorden klonken in alle bevelen des Sultans aan den Grootvizier, aan de Pachas en Gouverneurs der provinciën in Europa en Azië. Maar bevelen alleen geleiden niet tot zegepraal; de verliezen der Turken vernieuwden zich; een geheel leger werd door den Prins van coburg en den Generaal suwaroff vernietigd. De verbaasde selim schreef deze nederlagen toe aan de zorgeloosheid des Grootviziers en der overige bevelhebbers, en zette hen af. Maar de fortuin bleef hem evenwel ongunstig. De vermaarde hassan-Pacha, die (onder abdul-hamid) van Kapudan-Pacha tot Grootvizier zich had weten te verheffen, werd onthoofd; desgelijks zijn opvolger; tot dat eindelijk, onder den nieuwen Grootvizier, den eigenlijken bewerker des oorlogs, daar de Turksche wapenen niet gelukkiger waren dan voorheen, de moedeloos geworden selim, door twee zijner gunstelingen, zich tot den vrede (1792) liet overhalen. Een derzelven was jussuf, opwachter der Sultane-moeder, door welke hij zich ook de gunst des zoons zoo wel, als een' belangrijken invloed op denzel- | |
[pagina 73]
| |
ven, wist te verwerven. Naardien hij de Ulemas, welke tot dusverre steeds de opstanden der Janitsaren veroorzaakt en ondersteund hadden, vreesde, besloot hij, hen te verzwakken, door hun een tegenwigt tegen te stellen. Hij wist de bekwaamste en voornaamste Ministers der Porte voor zijn ontwerp te winnen, en vestigde op die wijze eene soort van oligarchie, welker hoofd, in naam, selim was. Deze oligarchie vereischte echter eene gewapende magt, om die der Ulemas en der Janitsaren te kunnen wederstaan; en alzoo maakte zij het plan, een korps geregelde troepen te vormen, op hetwelk zij hare persoonlijke veiligheid konde vestigen. Een toeval begunstigde de uitvoering van dit ontwerp. Mustapha de III, de voorganger van abdul-hamid, dien zijn neef, selim de III, opvolgde, had, ten gevolge van de groote nederlagen gedurende den eersten oorlog met Rusland, de overtuiging bekomen, dat het zonder geregelde troepen onmogelijk was, Europesche legers te staan, en diensvolgens besloten, hunne taktiek aan te nemen. De dood, echter, belette hem, zulks te bewerkstelligen. Intusschen leerde selim de III het plan zijns vaders toevallig kennen. Op zekeren dag, namelijk, zich bevindende in de Keizerlijke schatkamer, doorzocht hij eenige koffers met boeken. Onder deze vond hij drie deelen van den vermaarden vauban, op wier rug een stuk papier bevestigd was, met deze door mustapha eigenhandig geschrevene woorden: ‘Deze boeken zullen overgezet, en de plans, welke zij bevatten, ten uitvoer gelegd worden.’ De eene band handelde over de belegering van sterke plaatsen, de andere over derzelver verdediging, en de derde over de taktiek. Onverwijld zorgde selim voor de overbrenging dezer boekdeelen in het Turksch, en, toen dezelve te Konstantinopel gedrukt waren, zond hij aan alle bevelhebbers van vestingen in het rijk daarvan een exemplaar, gelastende tevens de vorming van geregelde troepen. Nog eene andere omstandigheid ondersteunde het ontwerp. In 1793, namelijk, zond de Porte, ter bevestiging van vriendschappelijke betrekkingen met Oostenrijk, eenen Gezant, met name ratib-Effendi, een man van ongemeene bekwaamheid en kennis, naar Weenen. Deze was een medelid der genoemde Ministeriéle oligarchie, en maakte er gevolgelijk, gedurende zijn verblijf aldaar, zijn werk van, kondschap op te doen van de Europesche krijgstucht, en deelde nu, in eigenhandige Memoriën, zijne kundigheden weder aan de Porte | |
[pagina 74]
| |
mede; terwijl hij de noodzakelijkheid aantoonde, om eene geregelde armee op te rigten, die in staat was, niet alleen om zich te meten met vijanden van buiten, maar ook om aan de oproeren der Janitsaren paal en perk te zetten. - Ziedaar den oorsprong en de oorzaken van de vestiging van geregelde troepen in Turkije.Ga naar voetnoot(*) |
|