Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1829(1829)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De togt naar Morea. Ludimus an serio loquimur? Wat stoft ge op vroegre heldendaân, Gij, driekleur van den Gal! Al mogt ge op Memphis tempels staan En Acre's reuzenwal; Al woeit gij statig van den trans Der Piramiden neêr: De witte vaan draagt hooger glans; Zij duldt geen wonden meer! Gij vloogt door heel Europa heen, Met zege en bloed bevracht; Van Keizersvest en Koningssteên Woeit ge in ontzetbre pracht; Wat muur of heir een rijk omschans', 't Lag open voor uw' moed: Toch draagt de witte hooger glans; Zij duldt geen druppel bloed! [pagina 41] [p. 41] Zij stormde op 't grijze Navarijn, Met reuzenmuur omwald, En - schoon er duizend Turken zijn - Geen enkle Franschman valt. Weg dan met uw' bebloeden krans, Gij, driekleur van voorheen! De witte vaan, met reiner glans, Duldt breuk in arm noch been! Naar Coron trekt de dappre stoet, En hakt de poort aan twee: - De Turk, verstomd door zoo veel moed, Helpt zelf een handje meê. Waar zijt gij, trotsche driekleur! thans, Omzwart van pulversmook? De witte vaan draagt zilverglans, Daar zij geen buskruid rook! Nu vliegen zij op Modon los, Langs muren van arduin; Daar valt een steen met hol geklos, En butst eens hopmans kruin. Wat onheil! - maar kocht ge ooit een schans, Gij, driekleur! dan voor bloed? De leiievaan draagt hooger glans; Zij deukt slechts bol of hoed! Patras sluit fier hare ijzren poort: Maison roept woedend: ‘Laadt!’ De Pacha heeft naauw 't woord gehoord, Als 't fort reeds openstaat. O, poch dan op uw' doodendans, Gij, woeste driekleur, niet! De lelievaan draagt hooger glans; Zij wint reeds vóór zij schiet! [pagina 42] [p. 42] Moréa's slot alleen staat pal; Maar 't Fransch kanon schiet bres; De veldheer rijdt, door d'open wal, De vest in per kales: Geen Turk schoot weêr van muur of trans. Doorschoten driekleur, taan! De lelievlag draagt hooger glans; Geen kogel schond heur baan! Athene wenkt haar in 't verschiet: Daarheen met slaande trom! Maar 't koppig England duldt het niet, En - ijlings keert zij om. Gij, trotsche driekleur des Tirans! Gaaft ge ooit om vloek of beê? De lelievaan draagt zachter glans, Op d' eersten wenk gedwee! Naauw wappert zij op vreemden boôm, Of 't heimwee buigt haar neêr; Voor Turken heeft zij vrees noch schroom, Voor Britsche vloten meer. Gij, driekleur aan des Corsers lans, Waart t' huis op heel deze aard'! De lelievaan draagt hooger glans; Ze is 't liefst bij eigen haard! O, vlet daar lang, in volle pracht, Op Zefirs vlerkgesuis! Versmaad een' krans, met moord bevracht, En houd u stil in huis! En - moet het eenmaal aan den dans - Hoezee! dan zingen wij: Die lelievaan met zilverglans, Geen makker duif dan zij! 28 Nov. X. Vorige Volgende