te doen worden bij onze naburen. Eichstadt plantte sommige, misschien minder gelukkig gekozene, dichtstukken over op Duitschen bodem; bowring maakte de Engelschen met een aantal fraaije brokstukken bekend; en onze Zuidelijke broeder clavareau droeg zorg, dat ook de Franschen en diegenen onzer landgenooten, welke de Fransche taal hebben aangenomen, verscheidene onzer nieuwere Dichters in zijne navolgingen kunnen lezen en hoogachten. De Hollandsche Letterkundige is aan allen dank schuldig voor hunne welgemeende pogingen, maar in dubbele mate aan den onvermoeiden en sierlijken clavareau, omdat zijn arbeid niet anders dan voordeelig kan werken op de verbroedering en ineensmelting van de twee al te lang gescheidene gedeelten der zelfde Nederlandsche natie, en alzoo het letterkundig belang verhoogd wordt door het staatkundig voordeel. Want het is niet door onvoorzigtige dwangmaatregelen, welke slechts tegenzin en tegenwerking doen geboren worden, dat men de uitbreiding der volkstaal onder vrije medeburgers moet trachten te bewerkstelligen; tot dat einde moet men den langeren, maar zekerder weg kiezen; men moet hun allengskens de overtuiging inprenten, dat deze taal voor geene andere in voortreffelijke eigenschappen behoeft onder te doen, en dat zij zich verheffen kan op meesterstukken in dicht en ondicht, welke de vergelijking met die eener vreemde Letterkunde gerust kunnen doorstaan. Is eenmaal deze overtuiging gevestigd, en wordt zelfs de schijn van dwang zorgvuldig vermeden, dan zal de vrijwillige aanleering onzer taal, tot welke men daarenboven door zoo vele drangredenen van eigenbelang wordt aangespoord, van zelve volgen, en de sluitsteen gelegd worden op den thans nog naauwelijks gegrondvesten vereenigingsboog van Noorden en Zuiden.
In eene dubbele betrekking derhalve, als Letterkundigen en als Vaderlanders, verheugen wij ons over den arbeid van den Heer clavareau, en beloven ons van denzelven zegenrijke, ofschoon dan ook niet dadelijk zigtbare, gevolgen. Maar hij zij toch vooral voorzigtig in de keuze der stukken, welke hij onzen Franschsprekenden landgenooten als de puikjuweelen der Volksletterkunde wil doen lezen en bewonderen. De Harmonie in het Heelal van den Heer van loghem bevat waarlijk heerlijke tafereelen; maar gebrek aan orde en noodelooze herhalingen maken het dichtstuk, onzes inziens, min geschikt tot dit einde. Iets anders was het met de Hollandsche Natie van helmers en het Graf van feith. Waarom daalde