len omkeer der maatschappelijke orde, eene getrouwde vrouw over het algemeen minder gelukkig is, dan eene oude vrijster. Vóór dat wij het werk gezet gelezen hadden, maar bij het doorbladeren merkende, dat Miss ook al geen éénwinter meer was, dacht wij aan de zure druiven van het vosje bij aesopus. Evenwel bij nader onderzoek werden wij meer tevreden met het werk; en wij bekennen, dat het de aandacht ook van Nederlands jufferschap ten volle verdient. Niet dat wij hiermede te kennen geven, dat deszelfs inhoud ter zake dient, om de juistheid van het bovengenoemd afschrikkend oordeel over het huwelijk der vrouwen te bewijzen. De ondervinding leert, dat op deze wereld, op welke de moeijelijkheden en lasten, aan het leven verbonden, nooit geheel en al kunnen vermeden worden, toch het meeste geluk, zoo wel door de vrouw, als door den man, genoten wordt in eene door de rede gewijzigde opvolging van de wetten der natuur. Dat voor de vrouwen het huwelijk, als zoodanig, hierop eene uitzondering maakt, bewijst de Schrijfster niet, maar voert daartoe omstandigheden aan, die niet noodzakelijk, niet altijd, ja zelfs niet doorgaans, met het huwelijk gepaard gaan. Van de vier zusters vernon zijn er drie ongelukkig in haar huwelijk; maar, gelijk de Schrijfster zelve toestemt, door haar eigen toedoen. Izabella, die, sedert zij moeder is, geheel uit het oog verliest, dat zij ook echtgenoote is, en zelfs geene wandeling met haren man meer wil doen, boezemt daardoor denzelven smaak in voor uithuizige vermaken. Arlingham, de echtgenoot van betzy, valt bij nadere kennismaking zeker tegen; ofschoon rijk zijnde, is hij karig, en zeer gehecht aan
eene bijna boersche leefwijze; maar wij willen het iedere onzer verstandige Lezeressen zelve laten beoordeelen, of het te verwachten was, dat betzy hem door stuurschheid, en terging van zijne jaloezij, zou verbeteren. De vierentwintigjarige henriëtte huwt, enkel uit begeerte naar rijkdommen en overvloed, met eenen zestigjarigen Croesus, en leeft nu wel in vorstelijke weelde en pracht, maar moet hare beste levensjaren, onder het bespiedend oog van achterdochtige Duëgnas, met een' ziekelijken en grilligen echtgenoot doorbrengen. De jongste der zusters, daarentegen, altheä is zoo bedachtzaam in hare keuze van eenen echtgenoot, en legt ook, na het huwelijk, zoo veel deugdzaamheid van hart, zulk een uitmuntend verstand aan den dag, dat wij er niet aan twij-