gene verklaringen der geneeskrachten, die men hier in menigte aantreft? De tabak geeft duizeling, misselijkheid, benaauwdheid, en geneest ze; de anijsolie verzacht de buikpijnen door purgatiën verwekt, want zij is vermogend kolijk te veroorzaken. De jalappe veroorzaakt eene groote onrustigheid en woelen in den slaap, en daaruit laat zich gemakkelijk begrijpen het nut, dat zij aan kleine kinderen toebrengt, welke met buikpijnen, rusteloosheid en aanhoudend schreeuwen gekweld zijn. Tot welk een misbruik en charlatannerie zoodanige leer vervoeren kan, zal elk deskundige en onbevooroordeelde lezer met ons gereedelijk beseffen. Wanneer hahnemann alleen de zigtbare kenteekenen der ziekten wil opgemerkt hebben, en alle uitvorsching van den aard derzelven afkeurt, dan verbant hij uit de Geneeskunst alle wijsgeerig onderzoek, en geeft haar prijs aan het grofste empirismus. Wanneer hij eindelijk de giften der geneesmiddelen zoo klein maakt, dat ze geene noemenswaardige uitwerking op het gestel kunnen uitoefenen, dan neemt hij den Arts de geschikte wapenen uit de hand, en beveelt hem, den lijder aan zijn lot over te laten.
Het verdient opmerking, dat bijna terzelfder tijd, dat hahnemann den triomf zijner leer vermeldt, broussais zich de overwinning en heerschappij toeëigent. Wien moet men gelooven?
Wat de vertaling betreft, deze is, ver van los en ongedwongen, veeleer eene doorgaans woordelijke overzetting, waarin de aard onzer taal niet zelden is voorbijgezien. Veel, echter, moet op rekening van den min aangenamen schrijftrant des Autheurs gebragt worden, die daarenboven nog verkozen heeft, den stijl door noten zonder einde af te breken en de lectuur vermoeijend te maken. Zulk eene manier van schrijven met noten is een misbruik, zeker, vroeger dan van onzen tijd; maar het is thans echter niet minder algemeen dan in vorige dagen, en zelden zal men Schrijvers aantreffen, die zich daarvan geheel wisten vrij te houden. Men heeft thans redevoeringen, verhandelingen, verzen, en wat niet