Met deze kinderen is men reeds veel gevorderd, sedert het tijdstip, dat radijs zich derzelver lot heeft aangetrokken. Zij zijn allen op eene wijze geplaatst, die de beste verwachting voor de toekomst geeft. Zij verkrijgen zulk eene leiding en genieten zulk een onderwijs, dat zij, bij eigene inspanning, eenmaal aan hunne bestemming kunnen beantwoorden. Hoe veel stof, om met radijs mede te werken, in de hand van God, als hulpmiddel ter behoudenis dezer ongelukkigen! Het vroeger verwaarloosde moge dan wel nimmer geheel hersteld kunnen worden, dat alle moeite niet verloren zal zijn, is voor radijs eene troostrijke hoop, en voor ons godsdienstig Publiek aanmoediging en spoorslag, om zich deze Leerredenen aan te schaffen.
Voornamelijk om die ongelukkige kinderen, hebben wij van het edel doel, bij de uitgaaf dezer Leerredenen, uitvoeriger gewag gemaakt, opdat ook onze late aankondiging nog iets mogt bijdragen tot vermeerdering der zoo noodige penningen.
Doch ook van eene andere zijde prijzen zich deze Leerredenen aan. Het doel der uitgaaf verbiedt ons, dezelve nader te leeren kennen. Zie hier de onderwerpen: I. 1 Thess. II:13. Het geloof aan het Goddelijk gezag des Christendoms verdedigd, en de hooge waarde van dit geloof aangetoond. II. Job III:20. Rampen en tegenspoeden zijn niet strijdig met Gods wijsheid en liefde, worden integendeel door dezelve gevorderd. III. 1 Petr. I:17-21. Eene ontwikkeling van den heilzamen invloed, welken het Christendom uitoefent op een naauwgezet, deugdzaam en heilig leven. IV. Gen. XVIII:19a. Over onze verpligting, om onze kinderen vroeg godsdienstig op te voeden. Alleen zeggen wij nog, dat deze belangrijke onderwerpen zóó worden behandeld, dat wij, ook zonder het edele doel der uitgave in aanmerking te nemen, dezelve ruimschoots mogen aanprijzen.
En nu, Christenen in Nederland! koopt, al zoudt gij dit anders niet doen, deze Leerredenen; want, be-