publiek overstroomd wordt, verblijden wij ons over de uitgave der levensbeschrijving van eenen man, die zoo zeer verdient op eene niet onaanzienlijke plaats te staan in de galerij der wereldgeschiedenis. Voor den Nederlandschen lezer verkrijgt paul jones te meer belang, wanneer men zich herinnert, dat ons vaderland zich den oorlog met het magtige Engeland vooral ook daardoor berokkende, dat onze Staten dezen Amerikaan met zijne schepen en veroverde Engelsche prijzen niet wilde uitleveren, toen hij in October 1779 in Texel binnengeloopen was, tot herstelling van zijne gekwetsten. Wij leeren jones ook nog van eene andere zijde kennen, namelijk als, bij zijnen aan vermetelheid grenzenden moed, zeer vatbaar voor teedere gevoelens. ‘Na de eerzucht, die bij hem onbegrensd was, was de heerschende drift van jones liefde. Bij hem was de vrouw geen werktuig tot dartelheid, maar een hooger wezen.’ De liefde maakte hem zelfs tot eenen dichter, en wij vinden hier proeven in dit vak, die, de omstandigheden in aanmerking genomen, in welke jones dichtte, van zijnen voortreffelijken aanleg in dit opzigt getuigen. De Vertaler heeft, door de navolging der oorspronkelijke dichtregelen, door de gepaste gebruikmaking van de aanmerkingen des Hoogduitschen Vertalers, en over het geheel door de zuivere taal en stijl, in welke hij het werk heeft overgebragt, aanspraak op den dank van den Nederlandschen lezer; waarom wij dan ook niet twijfelen, of dit werk zal met genoegen gelezen worden.