en voorts van hier naar Frankfort, met deze beroemde vrij stad zelve. - De achtste, de baden van het Taunus-gebergte, het beroemde Wiesbaden, Ems, Schwalbach, Schlangenbad beschrijvende, schetst voorts tooneelen van een' geheel nieuwen aard. - De negende (van Ems naar Keulen) bevat inzonderheid de beschrijving van het bekoorlijke Neuwied, en van verscheidene fraaije uitstapjes, van hier naar de Laachersee en het Brohldal enz. gedaan. - De tiende en laatste afdeeling, eindelijk, beschrijft Keulen, Dusseldorp, de Neanderhöhle, en brengt ons zoo weêr in het vaderland.
Het blijkt uit deze opgave al dadelijk, dat, als eigenlijk leesboek, deze aanteekeningen velen minder zullen behagen. De optelling van plaatsen en plaatsjes met hunne bevolking, van Museums, kabinetten, kerken en andere merkwaardigheden, verveelt den gewonen lezer al spoedig; en, schoon dit werkje in een' allerbevalligsten trant geschreven en door de beschrijving van vele fraaije oorden en uitzigten verlevendigd en verfraaid is, wordt toch het grootste deel door meergemelde opgaven ingenomen. Als handboekje voor hen, die nagenoeg dezelfde reis willen doen, verdient het bijzondere aanbeveling; want deszelfs beknoptheid maakt het gebruik zeer gemakkelijk, vooral daar een reiziger, die zijnen korten tijd wèl wenscht waar te nemen, met weinige woorden hier de voornaamste merkwaardigheden vindt aangestipt. Wanneer echter iemand het allernaaste wenscht te weten, of welligt zijne reis wat verder voort te zetten of eenigzins anders in te rigten, dan doet hij best, zich tot het uitgebreidere werk van schreiber te wenden; schoon hij, ook van dezen voorzien, dit handboekje nogtans met voordeel zal medenemen. Over het geheel mag het boekje op naauwkeurigheid roemen; iets, dat bij zulk een werkje van groot belang is: eene enkele fout merkten wij op in de opgave wegens den Drachenfels, die alhier gewis te hoog, op bijua 2000 voeten boven de rivier, wordt aangeslagen, daar de hoogste top van het geheele Zevengebergte, de Wolkenburg, slechts 1400 voeten haalt. Dat de Schrijver in een dergelijk geschrift van andere plaatsbeschrijvende werken gebruik gemaakt heeft, gelijk wij hier en daar aan eene oude kennis herinnerd werden, is noodzakelijk en natuurlijk, en mag niet ten kwade geduid worden. Wij wenschen dan een ruim vertier aan dit werkje, en bevelen hetzelve aan ieder, die eene reis langs