Galerij van Menschelijke Lotgevallen. Iste en IIde Deel. Te Amsterdam, bij H. Frijlink. 1828. In gr. 8vo. VIII en 544 Bl. f 5-20.
Hetgeen de titel niet aankondigt berigt de uitgever in het voorberigt, dat wij hier eene verzameling vinden van vertaalde verhalen, en wel, gelijk nader uit den inhoud blijkt, uit het Hoogduitsch. Het schijnt tegenwoordig in den smaak te zijn, om zoodanige verhalen, die reeds in andere bundels, of in het mengelwerk van algemeen bekende tijdschriften, in onze taal zijn uitgegeven, op nieuw, onder eenen nieuwen titel bijeenverzameld, aan het publiek aan te bieden. Dit is in dit werk stellig het geval met de verhalen: Tegenwoordigheid van geest, De zwarte Paruik, en Jansje, of de onschuldig veroordeelde. Quintijn Matsijs kennen wij ook nog van elders; maar het is mogelijk, dat dezen de eer te beurt gevallen is, om door eene gelijktijdige vertaling verdubbeld te worden. Wat de drie eerstgenoemde verhalen betreft, indien zulk een plagiaat niet tot dat stelen en rooven behoort, hetwelk de Overheid straft, bestaat er nogtans eene regtbank, voor welke ieder braaf mensch eerbied heeft, en die zulk eene handelwijze, indien zij voorbedachtelijk geschiede, veroordeelt. Daar de vertaler voorts, wat de waarde betreft der door hem verzamelde verhalen, toont eenen goeden smaak te hebbeu, en wij ook aan de taal en den stijl der Nederduitsche uitgave lof moeten geven, willen wij hopen, dat de opneming der genoemde verhalen veroorzaakt is door mindere bekendheid met hetgeen ons publiek reeds bezit. De Vondeling, De Koopman R., De getrouwe Margaretha, Het Masker, Quintijn Matsijs, De geheimzinnige Pelgrim, en Helena, of de Vrouw zoo als er weinig zijn, zijn allen verhalen, wier overbrenging aan onze landgenooten eene aangename lectuur verschaft. Wij raden dus den schrijver, wanneer
hij zich weder verledigt, om voortbrengselen van vreemden bodem op onzen grond over te planten, slechts wat meerdere behoedzaamheid aan in de keuze.