Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1829
(1829)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 459]
| |
voorkomende, te nabij en te bekend tot daarstelling van de noodige illusie, en gedeeltelijk missen wij hier de vereischte belangrijkheid van karakter in den held des verhaals, om het als zoodanig onder het uitmuntende in dit vak te kunnen rangschikken. De afgodische gehechtheid van duvar aan napoleon laat zich niet geheel regtvaardigen door de onvoegzame betrekking, in welke de groote man tot zijne moeder had gestaan; of het zou minder schande moeten zijn voor eene reeds gehuwde vrouw, de bijzit geweest te zijn van iemand, die naderhand Keizer wordt, dan van iederen anderen zedeloozen. Om als eene ware geschiedenis te worden aangemerkt, heeft het verhaal te weinig waarborgen voor deszelfs geloofwaardigheid. In één woord, behalve de zeer twijfelachtige betrekking op napoleon, is het de geschiedenis en militaire loopbaan van eenen Franschman, zoo als er met dezelfde gebreken en goede eigenschappen duizend anderen zijn, een werk in den smaak van Robert Guillemard of der Zwitsersche Heldin. De verdienste van hetzelve is dan gelegen in de levendige voorstelling van eene en andere gebeurtenis uit de hedendaagsche geschiedenis van Frankrijk, en het mededeelen van eenige anecdotes, die, indien ook niet allen waar, echter veelal geschikt zijn, om ons bekend te maken met de heerschende denkwijze der Franschen, gedurende de regering van napoleon en der bourbons. In zoo ver kan men, naar den wensch des vertalers, daarin een aangenaam tijdverdrijf vinden in die oogenblikken, waarin zaken van meer belang ons dit genoegen niet ontzeggen. Hier en daar hadden wij de correctie wel wat naauwkeuriger gewenscht; ook vonden wij Gallicismen, als: ‘Zijt gij van hem,’ in plaats van over hem, ‘tevreden?’ |
|