Reis van Konstantinopel, door Turkije, Walachije, Transitvanie en Hongarije, naar Duitschland. Door R. Walsh. Uit het Engelsch vertaald. Met Kaarten en Platen. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. 1829. In gr. 8vo. 330 Bl. f 4-20.
Bezwaarlijk kon eene reisbeschrijving in het licht verschijnen, meer belangwekkend voor het oogenblik, dan deze: want zij loopt niet alleen over Konstantinopel en over de landen, wier bezit de thans oorlogvoerende Mogendheden elkander het eerst betwisten, maar teekent juist dien weg af, langs welken de Russen hun oogmerk zullen moeten, hoewel uiterst moeijelijk kunnen bereiken. De Balkan, die schutsmuur voor het Turksche rijk, Schumla, deze sleutel van den doorgang deszelven, de zeden, geaardheid en gezindheden der bewoners dezer streken, de eigene beschouwing en beoordeeling des ooggetuige over alle deze omstandigheden, met betrekking tot eenen, toen reeds ontkiemenden oorlog: wat kan er voor den deelnemenden opmerker dezer dagen belangrijker of uitlokkender gevonden worden? Daarenboven spreidt de reiziger overal vele bekwaamheden en schrander oordeel ten toon. En al de onderwerpen, door hem behandeld, zouden, ook buiten de bedoelde tijdsgelegenheid, de aandacht van elken weetgierige verdienen.
Om niet te spreken van de Turken zelve, hunne hoofdstad, hunnen Staat, hun Opperhoofd, hunne inrigtingen, sterkte en zwakte, karakter en honderd andere zaken, uit plaatselijke beschouwing zoo wel, als oude en nieuwste geschiedenissen, opgehelderd, - de bijzondere gewesten vooral, welke de Schrijver doortrekt, leveren vele, zoo wel minbekende, als inzonderheid treffende aanmerkingen op. Wie staat, bij voor beeld, niet versteld, wanneer hij hier door de armoedige boeren een vrij zuiver Latijn, als landtaal, hoort spreken? ‘Wij ontmoetten een paar jonge boeren, die de wacht hielden over eenige schapen en geiten, en een klein meisje,