Mijne Krijgsgevangenschap in Frankrijk, gedurende de jaren der Omwenteling, onder het Schrikbewind van Robespierre; door den gepensionneerden Kolonel W.M. von Schmidt; thans Militie-Commissaris te Haarlem. Te Haarlem, bij de Wed. A. Loosjes, Pz. 1828. In kl. 8vo. 95 Bl. f :-90.
Wij hebben dit boekje met doorgaand genoegen en goedkeuring gelezen, en durven elk, die het zich aanschaft, eene aangename lektuur, niet van verdichte, maar van waarlijk gebeurde, niet van oude en lang verledene, maar van nog versche, en daarenboven in de nabuurschap plaats gehad hebbende, omstandigheden en lotgevallen beloven, die zelfs romanlezers bij uitsluiting moeten boeijen en treffen. Wij zouden dit gestelde door een kort uittreksel gemakkelijk kunnen staven. Maar het boekje zelve is zoo klein, dat wij veel liever naar hetzelve verwijzen, zonder het van een deel zijner belangrijkheid, door onze vooropgaande, dorre schets, te berooven. En, schoon de volkswoede en onmenschelijkheid van velen ons de lezing wel eens verbittert, de braafheid en menschenliefde van anderen, die in dien duisteren nacht te heerlijker blinken, vergoedt ons dit niet alleen, maar bewaart ons ook voor het verdoemingsoordeel, te ligt over een gansch volk geveld.
Deze korte aanprijzing zij genoeg van een werkje, dat, bij ongeluk eenigen tijd bij ons zijnde blijven liggen, gewis reeds in eene menigte van handen is.