Lexicon Latino-Graeco-Belgicum. Latijnsch-Grieksch-Nederduitsch Woordenboek. Door den Abt Olinger, Baccalaureus, enz. Te Brussel, bij H. Remy. 1828. In 8vo. VIII, 1113 bl.
De Abt olinger, Principaal aan het Koninklijk Athenaeum te Brussel, bezield door de zucht, om aan de studerende jeugd nuttig te zijn, heeft de moeijelijke en voorzeker niet zeer aangename taak op zich genomen, om dit drieledig Woordenboek zamen te stellen. Geene der thans bestaande Woordenboeken voldeden hem in allen opzigte. Dit is natuurlijk, en het zal het geval van dit Woordenboek in de oogen van anderen ook wel zijn. Ne Jupiter quidem omnibus.
De manier van den Heer olinger in dit werk is de volgende: Hij heeft zijn best gedaan, om de eerste beteekenissen der woorden te geven, dezelve veelal door een voorbeeld te staven, daarop de afgeleide beteekenissen, en dan de oneigenlijke en spreekwoordelijke uitdrukkingen te laten volgen. Hij heeft de voorbeelden gerangschikt volgens de beteekenis, waarmede zij meer bijzonder in verband staan, hetwelk het opzoeken voor den leerling gemakkelijk maakt, en hem vroegtijdig gewent aan eene korte en juiste woordenkeus. Daar hij zijn werk bestemde, niet alleen voor jonge lieden, die het Latijn beginnen te leeren, maar ook voor meergevorderden, heest hij er ook vele van die uitdrukkingen in gebragt, welke in de Godgeleerdheid, de Regten, de Zeevaart,