wenden, Lindenhof elken jongeling ten aanprijzenden voorbeelde; beiden tot eene baak, om de klip te mijden, waarop het geluk van zoo menigen echt schipbreuk lijdt. - Willem en Agnes (in brieven) wekken belangstelling, en de lieve Ernestine verzoent ons weder met de sekse, in de snoode Juliane en hare moeder bijster ten toon gesteld. - Goedhart handhaaft zijnen naam door het gansche verhaal, en wij gunnen den braven man het meisje, dat, op het einde, ook door hem gelukkig wordt. (Bl. 225. past de vraag: ‘wat is koele pligt bij den gloed der liefde?’ niet in den mond van het meisje, wel in dien haars verleiders.) - Het opschrift van het laatste verhaal werd ons eerst regt helder na volbragte lezing. Dit stukje is het kortste, en wat meerdere beknoptheid, vooral in het tweede verhaal, zou de werking geenszins benadeeld hebben: dit is dan ook onze hoofdaanmerking op deze verhalen; de verhaaltrant is onderhoudend, de strekking leerzaam, en (want wij mogen niet breeder zijn) wij kunnen dit werkje aan onze jongelingen en meisjes zoo wel, als aan jeugdige echtelingen uit den beschaafden stand, ter bevordering van huiselijk en huwelijksgeluk, gerust aanprijzen.