Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828(1828)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan Argus en consorten, (ééns voor altijd.) In schimp en smaad volleerd, ziet men 't gespuis, bij hoopen, De in gal gedoopte pen aan 't boekgewurmt' verkoopen. Mercurius, 1828. No. 5. o Argus! waar toch voert uw dolle woede u heen? Met honderd oogen loert ge op elke fout, hoe kleen, En hebt voor 't goede en schoon' geen' enklen blik meer over. Gij maakt tot eerlijk man den Godvergeten roover! Gij schendt en lastert; en, waar gij geen feil ontdekt, Verdicht gij ze, onbeschaamd. Wie u ter prooi verstrekt, (En wie of wat is voor uw' laffen spotlust veilig?) Verguist gij, ongetergd. Geen deugden zijn u heilig. Ach! brouwt een enkel oog, dat boos is, zoo veel kwaad, Wat moeten honderd dan, zoo als gij hebt te baat?... Vaar voort, o schaamtelooze! op mij uw gal te braken, Of 't andren vrijdom schonk van uw vergifte kaken! Weet, dat men dàn alleen mij krenkt, ja diep verneêrt, Wanneer mij 't schandmerk van kwâ jongens lof onteert! j.w. ijntema. Oct. 1828. Vorige Volgende