Verlossers worden verwekt. Mogten de Zendelingen dit toch ter harte nemen!
Op de Sandwich-eilanden verdelgen zij thans, met bewilliging der inwoners zelve, de overblijfsels des Heidendoms, gelijk voormaals de H. bonifacius die onzer voorvaderen. Zoo nam Kapitein byron, voorleden jaar, uit een Morai eenige Afgodsbeelden weg, waarin de Priester zelf hem behulpzaam was. Diens vader had dezelfde waardigheid bekleed, toen cook daar landde; en hij verhaalde den Engelschen eene Anekdote, welke bewijst, hoe niet zelden de helderste, verstandigste zin met de ondoelmatigste plegtigheden zich paren laat. ‘Op zekeren morgen,’ dus sprak hij, ‘had mijn vader aan den grooten Geest hier het gewone offer, uit visch bestaande, gebragt. Vergeefs had ik aan den oever getracht iets te vangen, en, door den honger gedreven, kreeg ik trek in het Godenmaal. Eerst hield ik de hand voor de oogen van het beeld, en het zag niet; ik stak het den vinger in den mond, en het beet niet; en nu hing ik mijne mat over hetzelve, en at. Mijn vader bestrafte mij deswege zeer ernstig. Vader, zeide ik, ik sprak tot hem, en hij antwoordde niet; ik stak hem mijnen vinger in den mond, en hij voelde niet; hij heeft oogen, en zag toch niet: daarom lachte ik, en at. - Gij hebt evenwel zeer slecht gedaan, riep mijn vader uit; dit hout ziet en hoort niet, maar de Geest daar boven aanschouwt alle onze daden.’