Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828
(1828)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 203]
| |
hetzelve begunstigde, en een Adres aan het Volk ontwierp, waarin alle de voordeelen werden aangeprezen, van deze keus te wachten. ‘De Beheerscher van Frankrijk,’ dus sloot hetzelve, ‘zal aan ons verzoek een gunstig oor leenen. Hij zal zich verblijden, wanneer wij het verlangen betuigen, een' zijner dapperen tot Koning te hebben, die, hem navolgende, te overwinnen, maar tevens te vergeven weet.’ Soult zelf ontving de met deze zending afgevaardigden als zoodanig, en had reeds zijne Proclamatiën gereed. Maar napoleon, die er de vonk van in den neus gekregen had, maakte eene streep door de rekening. Hij ontbood een' der eerste Officieren van diens Staf naar Parijs. Toen deze bij het lever verscheen, nam hem de Keizer ter zijde. ‘Wanneer gij weêr Proclamaties opstelt,’ zeide hij, ‘zoo ziet wel toe! Nog ééne schrede, en ik had u allen laten doodschieten. Mijn Rijk is nog niet groot genoeg, dat ik mijne Generaals tot Vorsten kan verheffen.’ - Hoezeer intusschen soult zich, tot dat einde, in de gunst des volks zocht in te dringen, bewijst de eerbied, dien hij aan het wonderdoend krucifix van Nosso Senhor de Boucas betoonde. Boucas is eene kleine stad aan de kust, twee uren van Oporto gelegen, en in het bezit van een aloud krucifix, dat, naar luid der overlevering, door nicodemus werd vervaardigd, en uit zee was komen aanspoelen. Het miste éénen arm. Vruchteloos beijverden zich alle kunstenaars, om er eenen anderen voor in plaats te stellen; niet één wilde aan het geheel passen. Op zekeren dag verzamelde eene vrouw droog zeegras aan het strand, en vond een' houten arm, dien zij, wanende dat dezelve aan een wereldsch beeld behoord had, met eenig struikgewas aan het vuur leide. Maar de arm sprong er uit, en de buren schoten, op het geschreeuw der vrouwe, toe. De Priesters gisten, wat hier plaats greep, en droegen den arm in processie naar de kerk, waar het beeld stond, en ziet! oogenblikkelijk waren beeld en arm één. Sinds dien tijd behoort dit krucifix tot de vermaardste in Portugal. Uit alle oorden trekt men in bedevaart derwaarts. De Maarschalk soult was slim genoeg, om dezen Afgod des volks te huldigen. ‘Hij bezocht met zijnen ganschen Staf de kerk, wierp zich voor het altaar op de knie, en betoonde aan dit beeld al die achting en eerbied,’ dus schreef het Portugesche dagblad van Oporto, ‘welke de Religie van allen vordert, die met den waren geest des Christendoms bezield zijn.’ Hij vernam ‘met | |
[pagina 204]
| |
diepe smart,’ dat al het zilverwerk en de kostbaarheden der kerke ontroofd waren, en beloofde aan Nosso Senhor twee groote zilveren luisters, het fonds tot eene altijd brandende lamp, en aan den Pastoor en Kapellaan een verdubbeld inkomen. Een daartoe bijzonder strekkend decreet is intusschen slechts decreet, gelijk de Maarschalk Maarschalk gebleven. |
|